Nederlandse Hendrik vecht mee in Oekraïne. Hij doet gedetailleerd verslag van het front: 'Ik slaap met mijn wapen'

Nederlander Hendrik (niet zijn echte naam) vecht mee in Oekraine.

Nederlander Hendrik (niet zijn echte naam) vecht mee in Oekraine.

Als monteur repareerde hij schepen, hij dreef b&b’s en was beveiliger. Nu loopt hij rond in brandhaard Donetsk in een uniform waarop naast het Oekraïense vlaggetje ook de Nederlandse driekleur prijkt.

In zijn handen een Bren-aanvalsgeweer, splinternieuw uit de verpakking. Brabander Hendrik vecht in de Donbas mee met het Oekraïense leger. Niet eerder deed een Nederlandse strijder zo gedetailleerd verslag van het front.

„Het is heftig!”, laat hij weten. „We hebben vier gewonden. Maar lichtgewond… mortierscherfjes. Eén is afgevoerd, de rest knokt door. Afgelopen nacht had onze eenheid het heel zwaar. Maar het komt goed. Ga dadelijk terug op missie tot zonsondergang en dan terug.”

Frontgebied nabij Bachmoet

Via WhatsApp onderhoudt Brabander Hendrik – niet zijn echte naam – rechtstreeks contact vanuit het frontgebied nabij Bachmoet. „Het droneteam is nu aan het zoeken naar targets zodat we straks op commando gaan vuren”, schrijft hij.

„We gaan er een paar afvuren dan in harde dekking in een bunker naast dit huis om te kijken of er tegenvuur komt. Daarna gaan we er weer een paar afschieten en dan weer in de bunker en zo een beetje aftasten. Dan is het wegwezen.”

Kameraadschap

Hij weet hoe hij met wapens om moet gaan: behalve scheepsmonteur en uitbater van bed and breakfasts was Hendrik in een vorig bestaan beveiliger bij de luchtmacht. Hij zwaaide af in 2008 toen zijn huwelijk onder spanning kwam te staan. Toch bleef het knagen: in de burgermaatschappij ontbrak de kameraadschap. Die vindt hij nu in zijn groep, een samenraapsel van Noren, Zweden, Canadezen onder leiding van een barse Brit.

„Je moet wel oppassen dat je je niet te veel emotioneel bindt”, vertelt Hendrik over de telefoon vanuit zijn huurflat in een stad voor het front. „Iemand kan er morgen niet meer zijn.”

„Ik dronk weleens koffie met een groep die Bachmoet in is gegaan. De helft is uitgeschakeld, dat laat je niet onberoerd. Ik heb jongens in paniek gezien, die niet meer weten wat ze moeten doen. En heel wat lichamen gezien. Je ziet mensen levend vertrekken en dood terugkomen. Dat zijn ingrijpende dingen.”

Er volgden twee bommen en toen lagen er vier man in het ziekenhuis

Het is niet zijn eerste reis naar Oekraïne. De Telegraaf berichtte eerder over de jammerlijk verlopen trip van vier Nederlanders richting strijdgebied. Na een lange autorit en veel ruzie besloot het viertal al na drie kwartier in het Oekraïense legerkamp om rechtsomkeert te maken. De moeder van een van de vier was ziek geworden en het viertal had afgesproken: samen uit, samen thuis. Tijdens de 2100 kilometer lange terugreis was de sfeer om te snijden.

De tweede keer ging Hendrik alleen en belandde hij bij het vreemdelingenlegioen. Dat bleek zo slecht georganiseerd en getraind dat hij het bijltje er opnieuw bij neergooide. Nu is hij voor de derde keer terug in Oekraïne.

Tekst op granaat: ’Ticket naar de hel’

Twee maanden geleden sloot hij zich aan bij een mortiergroep. In een team van twaalf man worden ze eropuit gestuurd om doelen te treffen in de frontzone. Ze krijgen redelijk betaald en kunnen creatief bijverdienen: voor 25 dollar kun je een tekst laten zetten op een granaat. Zoals ’Fuck Poetin’ of ’Hier je ticket voor de hel’.

Het lanceren van mortiergranaten geeft een zware klap. Hendrik werd er ondanks oordoppen en gehoorbeschermers misselijk van. „Echt niet normaal, je vraagt je af hoe die lanceerpijp heel kan blijven.”

Niet alleen daarom bevalt de mortiergroep hem matig. ’Ik voel me net een fokking padvinder’, zei hij tegen zijn commandant. Want hij heeft pas drie missies kunnen draaien. Veel vaker wordt de groep opgetrommeld, maar negen van de tien keer wordt die afgebeld omdat de plannen veranderen. „Nee, je moet hier geen autist zijn.”

Russische drones

Tweede probleem zijn de tactieken. Tot Hendriks verbazing moest de mortiergroep vanaf vaste standplaatsen vuren. Dat is gevaarlijk, want Russische drones speuren onafgebroken het terrein af. Binnen een uur zag Hendriks mortiergroep al twee drones boven zich hangen en het was gissen of die Oekraïens of Russisch waren.

„Dan ben je dus een sitting duck . Ik zei daar wat van, maar mijn commandant heeft dertig jaar ervaring in het Britse leger en daar geldt: zijn wil is wet. Nederlanders zijn gewend om in discussie samen tot het beste plan te komen. Luister, zei ik, ik ben niet je schaap. Als ik iets gevaarlijk vind, doe ik het niet.”

Scherven in darmen

Dwarsheid werd niet gewaardeerd. Maar collega’s van een ander mortierteam liepen tegen hetzelfde aan, vertelt Hendrik. Een Russische drone vond hun statische lanceerplek. „Er volgden twee bommen en toen lagen er vier man in het ziekenhuis.”

„Eén had zo’n zware hersenschudding dat hij begon te schuimbekken. Een ander moesten ze van heup tot heup openhalen om de scherven uit zijn darmen te halen. Die inslag was dertig meter van onze positie. Omdat een hele groep was uitgeschakeld konden wij ook terug. Dus ik kopte hem toch maar in: zie je wel dat ik niet zo dom ben als ik eruit zie?”

Successen zijn er ook. Vorige week schakelde een andere groep met mortiervuur een rijdende Russische T-72 tank uit. „Daar kregen we een compliment over. De jongen die dat gedaan heeft, die heeft een hoeveelheid ervaring daar word je bang van, maar je moet ook geluk hebben. Het staat in elk geval leuk op het cv van het team.”

We krijgen de laatste dagen weer enorm op ons flikker.

Inmiddels is hij gewend aan het onafgebroken gedreun van inslagen, kilometers ver weg of juist angstig dichterbij. Bij een inslag op een meter of dertig voelde hij de drukgolf op zijn scherfvest. Volgens Hendrik is van een tekort aan granaten bij de Russen nog weinig te merken, integendeel.

„We krijgen de laatste dagen weer enorm op ons flikker. Kort geleden gooiden ze een schoolgebouw plat, ramen en voorgevel eruit, dat was redelijk close. Op ons hoofdkwartier hebben ze een Iskander-raket gegooid maar die ontplofte niet. Toch waren er zeven gewonden en vorige week is er alsnog een overleden. Ik was best zenuwachtig hoe ik op dit alles zou reageren. Het is een ontdekkingsreis naar wat ik aankan.”

Hij probeert waakzaam te blijven. Veel Oekraïense militairen lopen in Kramatorsk rond zonder vest en helm, ziet Hendrik, maar dragen wel een groot pistool zo zichtbaar mogelijk. „Ik word soms uitgelachen als ik een helm en vest draag zodra ik de deur uitga maar ik denk dan: jij ligt straks in het ziekenhuis, ik niet. Mijn wapen gaat zelfs mee naar de wc. Ik slaap ermee.”

’Vrouw sprong van balkon’

De sfeer in Kramatorsk is om te snijden, de bevolking loopt duidelijk op het tandvlees. Na een nachtelijke missie hield Hendrik wacht bij de auto waar nog wapens in lagen. Vanaf een flatgebouw hoorde hij een vrouw schreeuwen. Ze klom over de balkonreling en sprong naar beneden. De ambulance kwam, maar de vrouw was op slag dood en bleef nog uren liggen voor ze werd weggehaald.

Ook sommige militairen trekken het niet meer. „Een jongen uit het Vreemdelingenlegioen die zich met zijn pistool door het hoofd schoot... Die jongens hebben te veel gezien.”

Thuis vriendin en kind

Thuis heeft hij een vriendin en een jong kind. Twee weken geleden kreeg hij een alarmerend telefoontje: het kind was op een ochtend niet wakker te krijgen. In het ziekenhuis bleek het zware koorts te hebben. Op dat moment staat Hendrik klaar om alles te laten vallen en met gierende banden terug naar Nederland te rijden. „Maar de dokter zei dat het goed was.”

Veel landgenoten zijn er niet in het oorlogsgebied. Hendrik ontmoette een Nederlandse scherpschutter die al ruim een jaar in Oekraïne rondloopt en een geduchte reputatie opbouwde. Ook hoorde hij een verhaal over een Nederlander die volledig doordraaide en luidkeels aankondigde dat hij Russen de keel ging doorsnijden. De Oekraïners voerden de man direct af en zetten hem de grens over.

’Best naar mijn zin hier’

„Ondanks een paar rotdagen heb ik het best naar mijn zin hier. En ik ben nu overgeschakeld naar een ander team, want ik ben niet echt een mortierman. We hadden ook zoveel missers. Liever doe ik close combat. We krijgen nu echt de Russen van dichtbij te zien. Er lopen hier echt goede jongens rond van wie ik veel kan leren, die kan je gewoon aan hun jasje trekken en vragen: leer mij eens hoe ik een gebouw moet sweepen of zullen we trainen op de schietbaan?”

Via WhatsApp meldt Hendrik zich af na weer een dag in het frontgebied. „Ben weer veilig op de terugweg. Een goeie dag gehad. Doel recht in de Russische loopgraven… dus denk dat er een paar zich minder goed voelen vandaag. Het was niet erg heftig. Wel veel over en weer vuren, maar niks in onze buurt neergekomen.”