Biden waagt politieke gok met fiat voor oliewinning in Alaska

President Joe Biden lijkt vooral onder juridische druk akkoord te zijn gegaan met het Wollowproject. Maar hij haalde wel concessies binnen. Foto EPA
‘Als ik president word, wordt er niet meer geboord naar olie en gas op federaal land. Nooit ofte nimmer.’’ Joe Biden zei het vaak tijdens zijn campagne voor de presidentsverkiezingen. De strijd tegen klimaatverandering was een belangrijke verkiezingsbelofte, en tot dusver heeft hij die ook waargemaakt.
Bidens inspanningen om de VS – na China de grootste vervuiler ter wereld – tegen 2050 klimaatneutraal te maken, zijn indrukwekkend. Hier en daar heeft hij wel al enkele olie- en gasvergunningen afgegeven, maar alleen als rechters of het Congres hem geen keuze lieten. Het ging bovendien nooit om heel grote projecten.
En dus sloeg het nieuws in als een bom, toen zijn regering maandag groen licht gaf voor het Willowproject in het noorden van Alaska, 300 kilometer boven de poolcirkel. Het oliebedrijf ConocoPhillips mag er 600 miljoen vaten olie ontginnen in een van de meest ongerepte stukken natuur ter wereld. De vervuiling in het gebied zou bijzonder schadelijk zijn voor veel arctische dieren – met name de omvangrijke vogelkolonies die er broeden – en zou uiteraard het gebruik van fossiele brandstoffen weer de hoogte injagen.
In Alaska zelf geniet het Willowproject brede steun. Olie- en gaswinning is altijd zeer belangrijk geweest voor de economie en werkgelegenheid van de staat. Het perspectief op 2500 banen tijdens de constructie van het project en 300 permanente banen daarna, én miljoenen inkomsten voor de staatskas: dat doet het medeleven met vogels en rendieren toch flink afnemen. De Republikeinse senator Lisa Murkowski kreeg vakbonden, vertegenwoordigers van Alaska’s oorspronkelijke volkeren en enkele lokale Democratische politici mee achter het plan.
5 miljard dollar schadevergoeding
De regering in Washington was veel minder enthousiast – vanwege de schade aan milieu en klimaat, en vanwege de vlek op Bidens groene blazoen. Ook voor Deb Haaland, de Democratische minister van Binnenlandse Zaken, is de toezegging een blamage. Haaland, de eerste indiaanse vrouw ooit in de Amerikaanse regering, heeft zoals veel native Americans een groot hart voor het milieu. Tijdens een ontmoeting met milieuorganisaties eind februari was ze volgens aanwezigen beschaamd en aangeslagen toen het Willowproject ter sprake kwam.
Senator Murkowski zegt ook dat Biden lange tijd de hakken in het zand leek te zetten. Dat hij uiteindelijk plooide, is vooral omdat zijn regering juridisch zwak staat. ConocoPhillips huurt de stukken federaal land waarop het bedrijf wil boren al meer dan twintig jaar. Het recht om daar uiteindelijk ook gebruik van te maken om olie te winnen, komt volgens juristen bijna neer op een echt contract.
John Leshy, jurist op Binnenlandse Zaken onder Bill Clinton, zegt in The New York Times : ‘Rechters zouden zeer zware schadevergoedingen kunnen opleggen als de overheid geen rekening houdt met die gebruiksrechten.’
Die bedragen zouden wellicht niet louter op de gemaakte kosten gebaseerd worden, maar ook op de gederfde inkomsten, en dan spreken we over een proces dat Washington 5 miljard dollar of zelfs meer zou kosten.
Vooral daarom zou Biden toch akkoord zijn gegaan, na eerst flinke concessies te hebben geëist. Zo komen er slechts drie boorplaatsen in plaats van vijf, en wordt het aangrenzende moerasgebied van Teshekpuk Lake beter beschermd, zodat het Willowproject geografisch wordt ingedijkt. Daarnaast kondigt de regering aan dat een groot stuk van de Beaufortzee in de Noordelijke IJszee voorgoed beschermd wordt als natuurgebied, dat nooit kan worden vrijgegeven voor olie- of gaswinning.
Lagere benzineprijs
Milieubewegingen zijn niet overtuigd. Ze beschuldigen Biden ervan dat hij een bittere pil probeert te vergulden – juridische druk of niet. Ben Jealous, de directeur van de Sierra Club, zei tegen The New York Times : ‘Biden spuwt ons in het gezicht en zegt dat het regent.’ En Earthjustice, een andere vereniging, roept andere organisaties op om samen te werken in een proces tegen de vergunning.
Naast juridische gevolgen kan het besluit om Willow van start te laten gaan, ook electoraal doorwegen, één jaar voor de presidentsverkiezingen.
Groene organisaties waarschuwen Biden dat ze hun volgers in 2020 hebben opgeroepen om op hem te stemmen opdat hij hun agenda zou helpen uit te voeren. Ze zeggen dat hun vertrouwen – zeker dat van jonge kiezers – ondermijnd wordt door dit volgens hen onzalige besluit.
Maar sommige politieke strategen menen dat Bidens milieu- en klimaatpalmares zo goed is dat hij een flinke vlek erop wel zal overleven, en dat hij misschien in het centrum terugwint wat hij op zijn progressievere flank dreigt te verliezen.
Dat hij geen populaire president is, heeft immers in aanzienlijke mate te maken met de inflatie en vooral dan met de gestegen benzineprijs. Voor de autoverslaafde Amerikanen is die prijs nog crucialer dan voor Europeanen. Van de in Alaska aangeboorde olie wordt verwacht dat ze de prijs aan de pomp flink zal helpen doen dalen.