Bezoekers krijgen betraande ogen en een brok in de keel bij expositie met Van Goghs laatste schilderijen

De kerk van Auvers-sur-Oise deed Van Gogh denken aan zijn jeugd in Noord-Brabant. Foto: Patrice Schmidt
Hoe vaak komt het voor dat je aan het eind van een tentoonstelling een brok in je keel hebt of zelfs een traan voelt opwellen? Zelden inderdaad. Maar je moet wel een ijskonijn zijn om niet geraakt te worden door de emotionele en adembenemend mooie expositie Van Gogh in Auvers-sur-Oise, zijn laatste maanden, die komende zomer is te zien in het Amsterdamse Van Gogh Museum.
Vooral de zaal met de tien panoramische landschappen van zijn hand is fenomenaal. Niet alleen spreekt uit deze schilderijen een verpletterende eenzaamheid, ze onderstrepen ook Van Goghs ongelooflijke werkdrift, experimenteerlust en talent. De werken hebben alle hetzelfde formaat: 1 meter bij 50 centimeter. Dat was het favoriete formaat van Charles-François Daubigny (1817-1878), de door Vincent van Gogh zo bewonderde schilder die ook in Auvers woonde en werkte.
Eens te meer wordt duidelijk hoe pijnlijk, treurig en zonde het was dat Van Gogh zichzelf als ’mislukt’ zag, met depressies kampte en in het korenveld van Auvers uiteindelijk een pistool op zijn borst zette en zich van het leven beroofde. Hij was pas 37 jaar. Eigenhandig brak hij, na tien jaar ploeteren, zijn kunstenaarschap in de knop.
Van Gogh verhuisde naar Auvers, maar het mocht de geesteszieke schilder niet baten
De grote jubileumexpositie, waarmee het museum zijn 50-jarig bestaan viert en waarvoor unieke bruiklenen zijn overgekomen van het Musée D’Orsay in Parijs en van diverse collecties uit Amerika, is opgebouwd als een wandeling. Vincent van Gogh arriveerde op 20 mei 1890 per trein in Auvers-sur-Oise, een schildersdorp op amper 30 kilometer van Parijs. In zijn voetspoor dwalen we, via zijn schilderijen en tekeningen, met hem door het pittoreske dorp, waar hij als een bezetene aan de slag ging en in amper 70 dagen meer dan 74 werken maakte.
Van Gogh, die net een jaar lang opgenomen was geweest in een kliniek in het Zuid-Franse Saint-Remy-de-Provence, worstelde in Auvers nog altijd met psychische problemen. Hij wilde echter dichter bij zijn broer Theo en diens prille gezin in Parijs zijn. Op aanraden van de schilder Camille Pisarro, die goed bekend was met dr. Paul Gachet, ging hij naar Auvers. Het idee was dat de rust van het platteland hem goed zou doen. En dat dr. Gachet, een ietwat excentrieke arts en amateur-kunstenaar, gespecialiseerd in het behandelen van ‘melancholie’, een oogje op hem zou kunnen houden.
Topstukken biedt de museale wandeling in overvloed
Topstukken tijdens deze museale wandeling zijn er in overvloed, trefzeker en snel geschilderd. Zoals De kerk van Auvers-sur-Oise , een van de eerste locaties die Vincent besloot te vereeuwigen. Het godshuis, dat hij weergaf tegen een intens kobaltblauwe lucht, deed hem denken aan zijn jeugd in het Brabantse Zundert. Prachtig is ook het zelfportret dat hij uit St.-Remy meenam en trots aan dr. Gachet liet zien. Het draaierige lijnenspel op de achtergrond, waarbij de verfstreken onrustig lijken te wiebelen en rond te tollen, verbeelden de rusteloosheid in zijn hoofd.
Ook het ingetogen portret uit particulier bezit van Adeline Ravoux, de dochter van de herbergier bij wie Van Gogh voor slechts 3 francs per nacht een kamer huurde, wil je niet missen. Het 12-jarige kind poseerde ervoor in haar ’eerste grotemeisjesjurk’, even trots als verlegen. En dan hebben we het nog niet eens over het intrigerende boslandschap Kreupelhout met twee figuren , in bruikleen van het Cincinnati Art Museum in de VS.
Het befaamde doek Boomwortels is het allerlaatste schilderij van Van Goghs hand. ‘Mijn leven is aan de wortel aangetast, ook ik sta niet meer stevig op mijn benen’, schreef Vincent aan zijn broer, kort voordat hij op 29 juli 1890 de dood verkoos. Met die wetenschap wordt dit wonderlijke doek meer dan een bosstuk: het is een mentaal zelfportret.
Van Gogh in Auvers , Van Gogh Museum, Amsterdam. Te zien t/m 3 september.