Boeren willen hogere vergoeding voor dode schapen na wolvenaanval. 'Schapen zijn 30 tot 40 procent duurder geworden'

Bert Zinger uit Hijken met zijn schapen.

Bert Zinger uit Hijken met zijn schapen. Foto Archief/Marcel Jurian de Jong

Boeren krijgen geen marktconforme vergoeding voor schapen die doodgebeten zijn door de wolf. De vergoeding is gebaseerd op de waarde van schapen in 2019, maar inmiddels zouden die veel meer waard zijn.

Boer Stefan Worst is al bijna vijftig schapen kwijt aan de wolf. Hij vindt de slachtprijsvergoeding voor dode dieren te laag. „De vergoeding die we krijgen is van 2019. Maar de leeftijd onder schapenhouders is hoog en er zijn er steeds minder. Dus minder aanbod. Daardoor is de prijs van schapen gestegen. Schapen zijn daardoor 30 tot 40 procent duurder geworden.” Leverde een ooi in 2019 89 euro op, in 2022 was dat 143 euro ( Wageningen Economic Research ).

Doodgebeten rammen en drachtige ooien leveren weliswaar een iets hogere schadevergoeding op, omdat de dieren meer waard zijn, maar toch is die vergoeding volgens Worst nog minder marktconform. Daarnaast, zo stelt de schapenboer, duurt de uitbetaling van BIJ12 veel te lang. „Ik moet er vaak wel twintig weken op wachten.”

Dat ervaart ook boer Bert Zinger uit Hijken, die zijn verhaal doet in een video van BBB-Kamerlid Caroline van der Plas , tijdens haar bezoek aan het Mantingerveld begin deze maand. ,,Je moet zelf constant bij BIJ12 aankloppen voor communicatie over hoe ver de zaak is. En dan krijg je ook nog eens een waarde uitgekeerd die nergens op slaat.” BIJ12 is de organisatie die onder meer wolvenschade voor de provincies afhandelt.

Laat taxateur komen

Volgens Dirk Bruins, voorzitter van LTO Noord, moet een taxateur langskomen om per schaap de waarde vast te stellen. „Want schapenhouders fokken met schapen, ze proberen zo goed mogelijke lammetjes te krijgen. Genetisch is het dier beter dan de slachtprijs.”

Daarnaast moet er volgens Bruins haast gemaakt worden met de vergoeding van indirecte schade na een wolvenaanval. Zo kunnen dieren gewond raken of sterven door verstrikt te raken in netten. Ook krijgen ooien soms spontane abortussen van stress. De Raad van State oordeelde vorig jaar bij een zaak van een schapenhouderij uit Tiendeveen dat ook dergelijke onkosten vergoed moeten worden. De discussie is echter: in hoeverre kun je iets toeschrijven aan een wolvenaanval? Om die reden zoeken dierenartsen in Drenthe nu uit hoeveel procent van misgeboortes je kunt toewijzen aan een wolvenaanval.

Overigens gelden bovenstaande problemen niet alleen voor schapenboeren. In de paardenwereld maakt men zich om die financiële uitkering nog meer zorgen, zegt Bruins. Dat wolven ook paarden eten, bleek afgelopen weekend opnieuw, toen wolven een 33-jarige shetlandpony doodden in Wapserveen. „Je hebt springpaarden die soms wel tienduizend euro waard zijn en veulens die daar inzitten worden ook voor duizenden euro verkocht. Dat zijn bedragen die nooit vergoed zullen worden.”

Dierenleed

Overigens benadrukt Bruins dat de financiële compensatie niet de hoofdargument is van boeren om te vragen om wolvenbeheer. „Het gaat de mensen er vooral om dat er veel dierenleed plaatsvindt. Als je de foto’s ziet, dan durf je er soms niet eens naar te kijken.”

Goed nieuws aan de horizon, verklaart Meije Gildemacher, woordvoerder van BIJ12, als deze krant belt voor een verklaring. Er is een nieuwe onkostentabel in de maak, voor zowel schapen als ander vee. „Maar ik durf niet te zeggen wanneer die klaar is.”