Jager Rob (72) uit Rolde ziet dat de ree ander gedrag begint te vertonen. Komt dat door drukte in de bossen en de wolf? 'Het vergroot de kans op aanrijdingen

Het is vrijdag en zaterdag tijd voor de jaarlijkse reeëntelling. Rob Geene en Albert de Vries proberen een ree te spotten.

Het is vrijdag en zaterdag tijd voor de jaarlijkse reeëntelling. Rob Geene en Albert de Vries proberen een ree te spotten. Foto: Marcel Jurian de Jong

De ree laat zich minder vaak zien bij daglicht. Reeën tellen wordt lastiger, afschieten ook. Dat komt door de toegenomen drukte, zeggen jagers tijdens de jaarlijkse reeëntelling in Drenthe.

Behendig stuurt jager Rob Geene (72) uit Rolde zijn Volvo over het modderpad, vlak langs de Borkerstroom bij Zwiggelte. Zijn auto heeft genoeg paardenkracht onder de kap om niet stil te vallen op drassige stukken.

Dan trapt hij op de rem. Raampje omlaag, verrekijker op z’n neus. Hij tuurt naar een singeltje naast het stroompje. „Daar zat altijd ree.” Een zucht. „Maar die zijn allemaal weggegaan. Sinds corona zie je steeds meer mensen in het bos.”

Reeën tellen in het donker

Het is vrijdag en zaterdag tijd voor de jaarlijkse reeëntelling. Ruim duizend Drenten, onder wie veel jagers, helpen mee. Geene doet dat voor wildbeheereenheid (wbe) Diana, de grootste van Drenthe, die 27.000 hectare grond bestrijkt tussen Assen, Beilen, Rolde en Schoonloo. Leden van deze wbe verzamelen zich aan het eind van de middag bij café Popken in Ekehaar, velen gehuld in donkergroene truien en vesten. In deze schutkleur stappen ze even later in hun auto’s om reeën te spotten.

Schemering is het beste moment om te tellen. Dan maken de dieren zich los van de bosrand om van kruiden, knoppen en fris groen te snoepen. Nieuw dit jaar is een telling in het pikkedonker met warmtecamera’s. De wildbeheereenheid heeft sterk het vermoeden dat reeën schuwer zijn geworden en pas foerageren als het donker is. „Deze telling is om ons vermoeden te bevestigen”, zegt Diana-secretaris Jan Reinds (64) uit Elp.

Drukte in de bossen

Volgens hem houdt de ree zich langer schuil in de dekking door de toegenomen drukte in de bossen. „Het coronaverhaal heeft gezorgd voor extra drukte. Reeën passen zich daar op aan.” Is dat erg? „Voor de provincie is het belangrijk dat de juiste telcijfers op papier komen. Bovendien wordt het lastiger om reeën te schieten als ze niet tevoorschijn komen. We halen de aantallen niet en dan wordt de reeënstand te groot. Dat vergroot de kans op aanrijdingen.”

De reeënstand in Drenthe schommelt volgens het faunaregistratiesysteem al jaren rond de 10.000 en dat aantal wil de provincie graag stabiel houden. Teveel reeën betekent schade bij fruittelers en een verhoogde kans op verkeersongelukken. Met name dat laatste is een punt van zorg: vorig jaar waren in Drenthe ruim 800 geregistreerde aanrijdingen met overstekende reeën.

‘Je drinkt hem dood’

Aan jagers de taak om met welgemikte kogels de populatie uit te dunnen. Geene, voormalig deken van de orde van advocaten in Noord-Nederland, is zo iemand. Hele dagen kan hij slijten in het bos, geweer om z’n schouders, wachtend op dat ene moment om te schieten.

Hij is een jager met tradities. Steevast steekt hij een pijpje tabak op en nipt van de ‘sloe gin’ als hij een ree heeft geschoten, net naast het schouderstuk, dwars door het hart. Zie het als een toast op een goede afloop. „Je drinkt hem dood. Zo noem ik dat.”

Zijn jachtgebied is het singellandschap rondom Zwiggelte. Naast hem in de auto zit Albert de Vries (67) uit Beilen als onafhankelijke teller. Niets ontgaat ze. Ook niet die twee eendjes in de sloot en die bult verderop, een dassenburcht. Het zijn geoefende kijkers. „Ik kan bijna niet meer normaal over de weg rijden. Ik zie altijd wat”, zegt Geene.

‘Wolf zat achter ree aan’

En dan zijn daar ineens twee stipjes op de horizon. „Ja”, zegt De Vries, wijzend naar de Elperweg in de verte, „naast die elektriciteitsmast.” Geene stelt zijn Swarowski-kijker scherp. „Inderdaad, twee geiten (vrouwtjesree, red.) en een bok. Noteer dat maar.”

Het loopt tegen half zeven, de zon duikt achter de kim. De ree laat zich nog niet veel zien. Niet voor niets dat het formulier van bijrijder De Vries een half uur later op drie kruisjes na nog wit is. „De ree krijgt steeds meer ontwijkingsgedrag”, zegt Geene.

Uiteindelijk stokt de score vrijdagavond bij 17 reeën. Wat een verschil met de nachtelijke rit een dag later met warmtekijkers: dan spot Geene in hetzelfde gebied 50 reeën. „Jammer genoeg wel. Beheer wordt er zo niet eenvoudiger op”, appt hij.

‘Wolf achter de ree aan’

Zijn theorie is dat ook de wolf debet is aan de schuchter geworden ree. „Laatst kwam ik een ree tegen tussen Gieten en Rolde. Die liep gewoon uit zijn dekking naar mij toe. Wat bleek nou: er zat een wolf achteraan. Pas toen de wolf mij zag, draaide hij zich om en verdween. In andere landen zie je dat herten op de vlucht voor de wolf dekking zoeken in een dorp.”

Terug naar vrijdagavond. De twee mannen maken het zich gemakkelijk. Er is drop, pepermunt en droge worst. Ze praten honderduit over het natuurschoon dat ze treffen. En, natuurlijk, de jacht. „Het is het totale plaatje. Je observeert, je ziet veel gebeuren”, zegt Geene. „Laatst zag ik een geit lopen, met daarachter een kalf. Een mooi gezicht. Ik lag al dagenlang in het bos, maar ik haalde het niet in mijn hoofd om te schieten.” Jagen is, zegt Geene, ook niet schieten.

Hij stuurt zijn auto richting het begin van zijn telgebied. „Ik weet zeker dat hier meer reeën zitten. We moeten geduld hebben.”