Gigantische borden wijzen de weg naar de Koloniën van Weldadigheid. 'Het is een zoektocht hoeveel details je op zo'n bord zet'

Gebiedsbord richting Veenhuizen op een slagroomtaart.

Gebiedsbord richting Veenhuizen op een slagroomtaart. Foto: DVHN

Eigenlijk stonden ze er al een tijdje: de bruine verwijsborden naar de Koloniën van Weldadigheid. Maar het feestje werd vrijdag nog in Museum de Proefkolonie in Frederiksoord gevierd door bestuurders uit Drenthe, Friesland en Overijssel en andere betrokkenen.

Joekels zijn het eigenlijk. De nieuwe borden die naar Frederiksoord-Wilhelminaoord en Veenhuizen verwijzen zijn ongeveer drie bij vier meter. „Als je ze plat op de grond neerlegt, zal je er een flinke slaapkamer aan hebben”, vertelt ANWB-directeur Marjon Kaper. Op het bestuurlijke feestje snoept ze met andere genodigden van stukken slagroomtaart met de roodbruine afbeelding van de kersverse gebiedsborden.

De borden richting Frederiksoord-Wilhelminaoord staan sinds kort aan beide kanten van de A32 bij Steenwijk. De drie borden die Veenhuizen aankondigen, zijn langs de A28 bij Assen gezet. Twee bij de afslag van de N33 en één voor de afslag Assen-West. Opvallend is overigens dat Veenhuizen bij die afslag nog niet op het blauwe verkeersbord aangekondigd is. Foppe Koen, verkeerskundig adviseur van provincie Drenthe, laat weten dat dit nog een wens is. Maar daar gaat de Nationale Bewegwijzeringsdienst samen met Rijkswaterstaat over. „Zij behandelen verzoeken en zorgen dat alles overzichtelijk blijft.”

‘Best wel exclusief’

Vanwege de grote gebiedsborden liepen de bestuurders vrijdagochtend trots als pauwen rond in Museum de Proefkolonie in Frederiksoord. „De slagroom op de taart”, noemde gedeputeerde Nelleke Vedelaar de nieuwe wegwijzers. „Het maakt trots om te beseffen dat we deze bijzondere geschiedenis met elkaar hebben.”

Volgens ANWB-directeur Kaper is dat voldane gevoel wel terecht. „Dit is namelijk best exclusief, er zijn niet veel plekken meer voor bruine borden. Heel Nederland is eigenlijk wel vol. Je moet voor het plaatsen van zulke borden echt voldoen aan strenge eisen. Er mogen bijvoorbeeld niet te veel borden bij elkaar en je moet het landschap kunnen blijven ervaren.”

Ontwerper

Sinds 2008 maakt de ANWB de grote bruin-witte gebiedsborden voor grote natuurgebieden of andere trekpleisters. Al die borden in Nederland zijn door één persoon ontworpen: Willembart Savelkoel. Ook hij was vrijdag aanwezig. Om een goed ontwerp te maken, loopt Savelkoel altijd zelf even rond in een gebied en voert hij gesprekken met initiatiefnemers over de kernwaarden in het gebied. „Dan noemen ze er altijd te veel voor op één bord. Het is altijd zoeken tot welk detailniveau je kunt gaan.”

„Automobilisten rijden op de snelweg met een hoge snelheid en moeten dus in een fractie van een seconde kunnen herkennen wat er staat. Mensen moeten niet gaan remmen om dat te zien.” Op het eerste gezicht lijken de borden volgens Savelkoel grof. „Maar als je door je oogharen kijkt, dan zie je veel details: bomen, huizen, landschapslijnen. Als je dan in het gebied geweest bent, dan herken je alles op de borden direct.”

Dat de gebiedsaanwijzing op het bruine bord van Veenhuizen in vogelperspectief op het bord staat, is volgens Savelkoel een unicum. „Dat wordt eigenlijk nooit gedaan. Maar zo zie je mooi de hoefijzervorm van Veenhuizen, iets wat je niet ziet als je alleen voorbijrijdt.”

Nog een wens

Klaas Smid, burgemeester van Noordenveld, liet op de aftrap nog wel weten dat hem iets van het hart moest. ,,Op de Frieslandroute mis ik deze borden nog, want ook daar rijden veel bezoekers langs. We moeten het nastreven om ook daar deze borden te krijgen.”

„Gelijk een nieuwe bestelling, dus”, concludeerde gedeputeerde Vedelaar droogjes richting de ANWB-aanwezigen.

Provinciaal verkeersdeskundige Koen liet nog weten dat er nog wensen zijn voor betere bewegwijzering voor fietsers en wandelaars. Ook zouden bordjes voor Frederiksoord, Wilhelminaoord en Veenhuizen consequent in het bruin-wit uitgevoerd kunnen worden en voorzien worden van een Unesco-logo. „Daar moeten we nu verder over nadenken.”