Een bomvolle agenda en exploderende energielasten. Uitdagingen genoeg voor de nieuwe directeur van de musea in Veenhuizen en Frederiksoord

Friso Visser bij de ingang van museum De Proefkolonie in Frederiksoord. Foto: Nationaal Gevangenismuseum
„Net een museum voor jou, pap”, zegt zijn jongste dochter twee jaar geleden tegen Friso Visser. Op een kampeervakantie bezoekt ze het Nationaal Gevangenismuseum. Een jaar later zoekt hetzelfde museum een nieuwe directeur. Hagenaar Visser werkt dan al jaren bij het populairwetenschappelijke museum Museon in Den Haag en ziet in het aansturen van twee Drentse musea een mooie uitdaging.
Sinds juni zwaait Visser de scepter over het Nationaal Gevangenismuseum in Veenhuizen en museum de Proefkolonie in Frederiksoord. De beide musea, tegelijkertijd bezoekerscentra voor toeristen die de Koloniën van Weldadigheid willen ervaren, moeten worden verbouwd. Daarnaast wachten andere grote uitdagingen als de verduurzaming van het Gevangenismuseum „een nachtmerrie!” en een bomvolle agenda in het jaar dat Veenhuizen 200 jaar bestaat.
Heftige start
Zijn start in Veenhuizen heeft een heftige aanloop. In december, hij is dan al geselecteerd voor de functie, krijgt Visser te horen dat hij darmkanker heeft. De ziekte is te behandelen, maar de operatie en de behandeling hakken erin. Visser moet het aantal uren dat hij werkt langzaam opbouwen, oververmoeidheid ligt continu op de loer.
„Nu gaat het gelukkig goed”, zegt hij met een glimlach. Of hij definitief in Drenthe komt wonen weet hij -mede om die reden- niet. Voorlopig pendelt hij op en neer tussen zijn huurhuis in Assen en het huis van hem en zijn echtgenote in Den Haag.
De verbouwing van museum de Proefkolonie in Frederiksoord ligt op schema. Het is de bedoeling om de nieuwe expositie in juni 2024 te openen. In Veenhuizen bestaat ook al jaren de wens om het Gevangenismuseum te verbouwen. Het plan is om het museum uit te breiden om zo extra tentoonstellingsruimte te creëren. In dat nieuwe deel van het museum wordt in de toekomst het ontstaansverhaal van Veenhuizen als een van de Koloniën van Weldadigheid verteld.
Die geplande uitbouw komt er zeker, stelt Visser. Verschillende onderdelen ervan zijn onder druk van de sterk gestegen bouwkosten wat versoberd. De plannen moeten zorgen voor veel extra tentoonstellingsruimte. De totale verbouwkosten zijn geraamd op 3,3 miljoen euro. Geld dat er, op vijf ton na, is. De vergunningsprocedures worden opgestart en er wordt zo snel mogelijk mee begonnen. De verbouwing zal niet eerder dan eind 2025 klaar zijn, schat Visser.
Nieuw depot
„Ik ben op zoek naar een plek voor een nieuw, centraal depot. Eventueel in samenwerking met andere musea”, vertelt Visser. „Het liefst heb ik een eigen depot, dichtbij het museum. Ik heb daar een romantisch beeld bij: ik wil het openstellen voor publiek, als een soort rariteitenkabinet met minitentoonstellingen.”
Sinds museum De Proefkolonie in 2019 de deuren opende, hebben de beide musea één directeur. Maar er zijn wel twee raden van toezicht. Daarnaast is er recent veel personeel vertrokken, volgens Visser zonder duidelijk aanwijsbare oorzaak. Hij heeft een expert ingeschakeld om te onderzoeken aan welke nieuwe functies de organisatie behoefte heeft en wat de meest logische organisatie-inrichting is.
Een ander speerpunt van de museumdirecteur is het versterken van de samenwerking in het dorp. „Straks vertellen we het verhaal van het dorp in het museum, ik zie een betere samenwerking met de ondernemers en bewoners van het dorp als het verlengde daarvan”, zegt hij. „De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er in Veenhuizen nog wel wat werk aan de winkel is als we toeristen willen verleiden om hier meerdere dagen te verblijven.”
Nachtmerrie
Hoewel de musea in de smaak vallen bij bezoekers en de aantallen stijgen, zit het Gevangenismuseum financieel niet ruim in zijn jas. „Sterker: we krijgen de begroting van dit jaar niet eens sluitend omdat de energielasten zijn geëxplodeerd. Dat is echt een nachtmerrie”, zegt Visser.
Verduurzaming van het gebouw heeft daarom prioriteit. De nieuwe eigenaar van het pand, De Nieuwe Rentmeester, speelt daarbij een belangrijke rol. „Gelukkig zit bij die organisatie heel veel kennis over verduurzaming. Maar het is een lastige opgave”, zegt Visser. Dat het museum geen geld heeft om te investeren en dat het niet de eigenaar is van het pand maakt de puzzel complex.
Aan het monumentale gebouw met enkel glas mag bovendien weinig worden gedaan. De museumvereniging probeert landelijk om een tegemoetkoming te krijgen bij het ministerie. „Ook de provincie is bezig met een nieuwe regeling waarvan we gebruik willen maken. Ik wil het zo snel mogelijk geregeld hebben”, stelt Visser.
De museumdirecteur kijkt uit naar een druk jaar, met onder meer veertig voorstellingen van theaterspektakel het Pauperparadijs op het binnenterrein, de komst van twee nationale congressen en verschillende activiteiten rondom het 200-jarig bestaan van het dorp. „De agenda is bomvol. Dat is mooi, want het helpt ons het museum en het dorp op de kaart te zetten.”