Vier trends voor noordelijke voedselbanken: 80 procent minder giften van supermarkten en meer werkende klanten

Wilfred Hartjes (in het midden, met muts) laadt, samen met andere boeren, melk uit voor de voedselbank.

Wilfred Hartjes (in het midden, met muts) laadt, samen met andere boeren, melk uit voor de voedselbank. Foto: Jan Willem van Vliet

Dit najaar steeg het aantal mensen dat gebruik maakt van de voedselbanken enorm. Ondanks de verhoogde uitkeringen en energietoeslag sinds 1 januari, is het aantal nog niet teruggelopen. Dat terwijl de toevoer van verse producten steeds nijpender wordt. Vier trends bij voedselbanken in Groningen en Drenthe.

Trend 1: Niet de verwachte afname na 1 januari

Na 1 januari zal het klantenbestand van de voedselbank wel dalen. Dat was de algemene verwachting vanwege de energietoeslag en omdat het minimumloon en veel uitkeringen bij de start van dit jaar met 10 procent omhoog gingen. Verkeerd gedacht.

Het aantal klanten bij de voedselbanken in Drenthe en Groningen stijgt niet meer zo hard als dit najaar; het stagneert. Voedselbank Zuidoost Drenthe (Emmen, Coevorden, Borger-Odoorn) is illustratief. Het aantal klanten steeg in 2022 van 435 naar 667, nu zijn het er 669. „Dat het niet afneemt, komt doordat de energietarieven nog altijd erg hoog zijn en producten in de winkel nog steeds in prijs stijgen”, zegt voorzitter Ton Sleeking. De gemiddelde prijstoename van producten in de supermarkten bedroeg vorige maand 15,1 procent ten opzichte van een jaar eerder volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.

In Veendam stijgt het aantal klanten nog ,,geleidelijk, maar gestaag”, aldus voorzitter Klaas Steenhuis. „Mijn gevoel zegt dat de hoge energieprijzen bij onze cliënten – die vaak niet in al te energiezuinige woningen wonen – de reden is.” Daardoor hebben zij onvoldoende leefgeld en komen ze toch in aanmerking voor hulp.

Maria Jongsma (voorzitter Stad) merkt wel dat er veel mensen uitstromen door de hogere uitkeringen, maar tegelijkertijd blijft de instroom ook enorm hoog. ,,Ondanks een kleine werkloosheid kunnen mensen niet rondkomen, ik ben niet optimistisch.” Wat ook meespeelt, is dat voedselbanken vorig jaar het normbedrag voor leefgeld hebben verhoogd, zodat mensen sneller in aanmerking komen voor voedselhulp.

De enige uitzonderingen zijn de voedselbanken in Hoogeveen en Meppel. Daar is het aantal klanten bij de start van dit jaar wel iets gedaald. Let wel: de aantallen zijn nog altijd véél hoger dan begin 2022. Meppel ging in één jaar tijd van 70 naar 170 klanten (143 procent stijging). Nu zit men op 150 klanten.

Trend 2: Meer werkenden en jongeren die bij voedselbank aankloppen

Vorig najaar daalde het werkloosheidscijfer, in februari was 3,5 procent van onze beroepsbevolking werkloos. Tegelijk steeg de voedselbankinstroom. Vrijwilligers merken dat er bij die nieuwe aanwas iets vaker sprake is personen met een inkomen uit werk, die het desondanks niet kunnen rooien.

„Er komen mensen die gewoon aan het werk zijn, zelfs met twee salarissen. Zij hebben gigantische maandlasten”, zegt Jan van Heerde (Voedselbank Eemsdelta). Die groep is volgens Van Heerde relatief harder gestegen in het najaar, net als AOW’ers. „Dat komt door hoge woonlasten: mensen wonen in oude huizen en isoleren kost een vermogen.”

Ook coördinator Wiert van der Net (Voedselbank Het Hogeland) ziet dat de groep werkenden vorig jaar is gestegen. „Maar het blijft een grote minderheid. De meeste mensen die wij helpen, hebben geen werk.”

Bij de Voedselbank Groningen ziet men naar verhouding meer jongeren tot 30 jaar komen. Een verklaring kan zijn dat die groep kampt met hoge (huur)woonlasten, hogere werkloosheid en lagere inkomens.

Trend 3: Vers toevoer neemt enorm af, nieuwe plannen

Een trend die al langer speelt, is dat voedselbanken steeds minder verse producten krijgen van supermarkten en landelijke leveranciers. „We krijgen van supermarkten 80 procent minder van dan twee jaar geleden”, vertelt Maria Jongsma (voorzitter Stad). Reden is dat supermarkten restanten en producten op datum steeds beter zelf weten te verkopen.

Dat leidt tot grotere tekorten. Met name vlees en groenten zijn moeilijker te krijgen, evenals brood en zuivel op sommige plekken. Dat betekent dat voedselbanken bijkopen, iets wat voorheen niet of nauwelijks gebeurde.

Eigenlijk zijn we te succesvol, stelt Klaas Steenhuis (Veendam). „Toen voedselbanken begonnen had men twee doelen: arme mensen van voedsel voorzien en verspilling tegengaan in supermarkten. Dat laatste ging vrij succesvol in de afgelopen vijftien jaar, maar de armoede neemt nog altijd toe.” Daarom moet de overheid volgens Steenhuis ingrijpen en bewoners beter ondersteunen.

Veel voedselbankbesturen denken na over langetermijnsoplossingen voor het leveringsprobleem. Sommige werken nu al met eigen voedseltuinen en krijgen vaste donaties van fruittelers, boeren en bedrijven. Dat is vaak incidenteel en seizoensgebonden.

Maria Jongsma ziet toekomst in betere netwerken onder boeren(bedrijven). Zo doneert aardappelveredelingsbedrijf HZPC een aantal weken lang 5000 kilo piepers aan het noordelijk distributiecentrum. „En vorige week hadden we boeren die ons wortels, uien, zuivel en aardappels gebracht hebben. Die lijn willen we eigenlijk versterken. We hopen dat het initiatief van zulke lokale boeren zich gaat uitbreiden.”

Ook Wim Oosting (Voorzitter Voedselbank Hart van Drenthe) is met allerlei partijen in gesprek. Hij haalt nu verse groente uit een tuin in Opende en is in gesprek met gehandicaptenorganisatie Cosis om bewoners in de dagbesteding brood te laten bakken tegen inkoopprijs. „Zo liggen er nog wel meer lijntjes.”

Trend 4: Dat leidt tot meer vrijwilligersdruk

Een heleboel extra cliënten en meer (lokale) leveranciers. Dat leidt ook tot meer druk op vrijwilligers.

En om oplopende tekorten te voorkomen, zijn ook handjes en hersens nodig. Het opzetten van een eigen groentetuin om het tekort aan versproducten op te lossen, is voor kleinere organisaties zoals Voedselbank Veendam (100 klanten) te hoog gegrepen. „Het aantal vrijwilligers waar we beroep op kunnen doen is niet onbeperkt. Als je verdere stappen zou willen doen, zoals een eigen voedseltuin, dan hebben we te daarvoor te weinig armslag”, aldus voorzitter Steenhuis.

„Het ontvangen van meer leveranciers is een enorme uitdaging voor ons regionale distributiecentrum”, vertelt Jongsma (Stad). „Daar hebben we momenteel versterking bij. Er is absoluut steeds meer werk.”

Niet dat alle voedselbanken hard op zoek zijn naar vrijwilligers. In Het Hogeland is zelfs een wachtlijst. Maar er zijn grenzen aan wat een vrijwilligersorganisatie kan doen. Daar is Mulder van Voedselbank Zuidwest Drenthe vrij nuchter over. „We doen wat we kunnen, maar de voedselbank is er niet om mensen zeven dagen per week te voorzien van voedsel. Als er even geen fruit is, dan moeten mensen zelf een keer appels kopen.”

Dagblad van het Noorden belde voor dit verhaal met de zeven voedselbanken in Groningen en Drenthe: Groningen-Stad, Het Hogeland, Eemsdelta, Veendam, Hart van Drenthe, Zuidoost Drenthe en Zuidwest Drenthe.