En toen lag die haven daar en er gebeurde niets. De geschiedenis van pech en succes in de Eemshaven

Arie van der Hek. Foto: Jaspar Moulijn Foto: Jaspar Moulijn
Als koningin Juliana in 1973 de Eemshaven opent, voorziet iedereen nog een florissante toekomst voor de nieuwe haven. De ingebruikname is de beloning voor een jarenlange noordelijke lobby. De Eemshaven zal, zo is de stellige verwachting, vooral raffinaderijen, bedrijven in de basischemie en daarmee veel banen naar het Noorden lokken.
Het zal niet lang duren, of het toekomstperspectief kantelt. De oliecrisis breekt uit en Nederland wacht economisch moeilijke jaren. ,,Zo bezien keert de wereld van voor de oliecrisis niet terug”, zo spreekt premier Den Uyl (PvdA) in december tot het Nederlandse volk. Het zal zijn weerslag hebben op de Eemshaven. Decennialang is er geen onderneming van enig belang die ook maar een gulden investeert in de noordelijke haven.
‘Het was puur pech hebben’
,,Het was puur pech hebben”, zegt Arie van der Hek (84) uit Eelde. In het jaar dat de haven in gebruik werd genomen trad hij namens de PvdA aan als lid van de Tweede Kamer (1973-1987). Om vervolgens directeur van de NOM (1987-1994) te worden. Later zou hij nog voorzitter zijn van de samenwerkende Bedrijven Eemsmond. Hij zag hoe het echec zich voltrok.
50 jaar Eemshaven
Dit verhaal is er een uit een serie naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van de Eemshaven. In dit interview met de huidige directeur van Groningen Seaports , Cas König, leest u bijvoorbeeld over de huidige stand van zaken en de toekomstverwachtingen.
,,Het was helemaal niet zo gek bedacht”, blikt Van der Hek terug. Voor de Eemshaven was onder meer een rol voorzien in de uitbreidingsplannen van staatsbedrijf DSM, de voortzetting van de Nederlandse Staatsmijnen. In het jaar dat de haven werd geopend, sloot in Limburg de laatste kolenmijn. Het concern was zich in de loop der jaren gaan toeleggen op de petrochemie.
Enorme groeispurt
Die sector had in de jaren zestig een enorme groeispurt ingezet. DSM wilde zijn activiteiten uitbreiden. Het had plannen voor een petrochemische fabriek in de Eemshaven, naast zijn vestiging in Heerlen. Van der Hek: ,,Logistiek gezien was dat een logische keuze. Het was voor de aanvoer van grondstoffen, de industriële verwerking en de afvoer van producten aantrekkelijk dat de nieuwe fabriek kwam te liggen aan een zeehaven die diepgaande schepen kan ontvangen.”
Het idee voor de Eemshaven kwam van de in Uithuizermeeden geboren waterstaatkundig ingenieur Johan van Veen (1893-1959), die ook geldt als de bedenker van het Deltaplan dat na de watersnoodramp in Zeeland (1953) werd uitgevoerd. Hij ontdekte dat zich voor de Noord-Groningse kust geulen bevonden die de aanleg mogelijk maakten van een diepzeehaven die veel toegankelijker was dan de havens van Delfzijl en Emden.
Uitgraafwerkzaamheden
De in Uithuizen geboren Nanko Nanninga, hoogleraar aan de TU Delft, begon in 1962 met een toespraak voor de Commercieele Club in Groningen de lobby voor de aanleg van de Eemshaven. Het plan stuitte aanvankelijk op veel scepsis. Nanninga kreeg uiteindelijke de politiek mee. In 1968 schaarden Provinciale Staten zich achter het idee. In 1970 begonnen de uitgraafwerkzaamheden voor de eerste fase die tot 1973 zouden duren
Van der Hek: ,,En toen lag die haven daar… en er gebeurde niets.” De oorzaak lag in verwikkelingen op het wereldtoneel. Die begonnen met de Jom Kipoeroorlog, de Egyptisch-Syrisch aanval op Israël. Omdat het Westen Israël steunde, brachten de Arabische landen hun olieproductie steeds verder terug zodat de prijs zou stijgen. Een aantal landen, waaronder Nederland, kreeg helemaal geen olie meer van ze geleverd.
‘Een grote teleurstelling’
Van der Hek had uit een verleden als ambtenaar veel kennis van handelspolitiek en de olieproducerende landen. Hij voerde derhalve namens de PvdA-fractie het woord over de oliecrisis. Volgens hem zagen de Arabische landen niet alleen in de westerse steun aan Israël een reden om de productie terug te schroeven.
,,Die boycot kwam ze goed uit”, zegt hij. Door monetaire ontwikkelingen was de waarde van de dollar fors gedaald. ,,En alle olie werd in dollars betaald”, zegt het oud-Kamerlid. ,,Dus ze hadden een goede reden om die prijs op te drijven. Dat daardoor in de Eemshaven niets gebeurde, was een grote teleurstelling. Hoe kun je het zo treffen dat er een oliecrisis uitbreekt, als die haven net is geopend? Dat had niemand kunnen voorzien.”
Jaren van speculaties
Wat volgde waren jaren van speculaties over grote bedrijven en initiatieven die naar de Eemshaven zouden komen. Een greep uit de plannen die niet doorgingen: een terminal voor de import van vloeibaar aardgas uit Algerije, een kolenvergasser die 800 banen oplevert, een munitiefabriek, een uitvalsbasis voor vissers uit de Sovjet-Unie, een buitendijkse werf, een munitieopslag , een ecologische scheepssloperij, vestigingen van de offshorebedrijven, een gecombineerde aanlanding voor olie en gas van de NAM.
Het eerste bedrijf dat in 1976 wel kwam: AG Ems, dat passagiersdiensten naar het Duitse Waddeneiland Borkum begon. In hetzelfde jaar begon de bouw van de gasgestookte Eemscentrale van het toenmalige energiebedrijf Epon. Rederij Kamstra verplaatste een jaar later de afvaart van de zogeheten Butterfahrten vanuit Delfzijl naar de nieuwe haven. De passagiers konden op die boten buiten de Nederlandse wateren belastingvrije inkopen doen, tot nieuwe Europese regels dat in 1999 onmogelijk maakten.
Gigantische olietanker
Reders ontdekten de Eemshaven als mogelijkheid om grote schepen te ‘stallen’ waarvoor langere tijd geen lading was. Die trokken veel bekijks. De bekendste was de Aiko Maru, een gigantische olietanker die in 1983 aanlegde en drommen nieuwsgierigen naar de haven lokte.
Van der Hek, met destijds onder meer industriebeleid in zij portefeuille, had de misère als Tweede Kamerlid tot 1987 op enige afstand gevolgd. Dat veranderde toen hij in dat jaar directeur van de NOM werd. Er was in de Eemshaven nog altijd weinig te beleven viel.
Van der Hek: ,,In mijn NOM tijd begon de Meyer Werft uit Papenburg in de Eemshaven met de afbouw van zijn cruiseschepen. Er was een suikerterminal die goed draaide. En er kwam een fabriek voor aardappelproducten. Dat leek goed te gaan, maar die moest uiteindelijk gered worden door de overname door het Amerikaanse Lamb Weston. Helaas sloot die kort daarna (in 1997 -red.) de fabriek en zette die voort in Zeeland.”
De bananenterminal
Er was een sprankje hoop op betere tijden door het eerste grote project: de bananenterminal die in 1986 in gebruik was genomen. Het was de schepping van het toenmalige Delfzijster transportbedrijf Lommerts. De investering bedroeg zo’n 120 miljoen gulden waarvoor de overheid enkele tientallen miljoenen guldens had bijgedragen.
De NOM had er geen dubbeltje in zitten. Van der Hek zou er desondanks veel werk van krijgen. ,,Het concept was in technisch opzicht verdomd knap, maar commercieel een mislukking”, vertelt hij. “De bananenhandel liet de terminal links liggen. Om een heel voor de hand liggende reden: in het Noorden worden wel bananen gegeten, maar niet zo veel om de terminal te laten draaien. Daarvoor zochten de handelaren distributiecentra nabij concentraties van consumenten. En die heb je niet bij de Eemshaven. Het was ook een idee van mensen die de branche niet kenden. Toch was er geld in gestoken door gerenommeerde investeerders: de Nederlandse Participatiemaatschappij, de Fries-Groningse Hypotheekbank en de ABNAMRO; geen kleine jongens.”
Een aantrekkelijk bedrag
Lommerts-directeur Albert Koeneman riep de hulp van Van der Hek in om een kandidaat te vinden voor overname van de terminal. ,,En die vond ik in het Deense Armada, een rederij die voer met koelschepen. Die bood een aantrekkelijk bedrag. Twee investeerders stelden zich constructief op. Alleen de ABNAMRO niet. Ik kwam daar bij de afdeling bijzonder beheer en die wilde niet bewegen.”Van der Hek stopt even en buigt naar voren. ,,Weet je wie mij daar te woord stond?”, vraagt hij. ,, Rijkman Groenink.”
Uiteindelijk viel het doek voor de terminal en Lommerts. Wagenborg nam de enorme loods in gebruik, de techniek met lopende banen en koelcellen verhuisde naar Kroatië. De bananenterminal zou nog jaren het symbool zijn voor het echec van de Eemshaven. ,,In mijn jaren bij de NOM heb ik het niet meegemaakt dat zich een bedrijf meldde dat zich daar wilde vestigen”, zegt Van der Hek.
Energiecentrales
Hij zette zijn carrière in 1994 voort als voorzitter van de HBO-raad en topman van de UniversiteitTwente om tien jaar later na zijn pensionering terug te keren in het Noorden. ,,We hadden hier kennissen en heel belangrijk: onze dochter woont hier.”.
Na zijn terugkeer bekleedde hij nog verschillende functies in het Noorden. Hij was onder meer, van 2006 tot 2008, voorzitter van de Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta (SBE). ,,In die tijd besloot Wijnne & Barends uit Delfzijl met zijn op- en overslagactiviteiten naar de Eemshaven te gaan.” Bovendien begonnen de gesprekken over de komst van de energiecentrales van RWE en NUON (inmiddels ook van RWE).
‘Nooit voorzien’
Van der Hek: ,,Wat er nu gebeurt, is natuurlijk nooit voorzien. Ook door de elektriciteitskabels die er vanuit Denemarken en Noorwegen aan land komen, is er natuurlijk een giga hoeveelheid elektriciteit beschikbaar. Al die activiteiten rond de windmolens op zee zijn prachtig. En de ontwikkelingen rond de groene waterstof zijn natuurlijk heel interessant. Laatste is ook nog de lng-terminal gekomen. Ik ben alleen niet enthousiast over die datacenters. Google verbruikt heel veel stroom, maar brengt verder heel weinig werk voor toeleveranciers uit de regio met zich mee.”
Paspoort (beknopt)
Naam: Arie van der Hek
Geboren: Schoonhoven, 12 september 1938
Carrière: Lid Tweede Kamer 1973-1987
Lid Europees Parlement 1973-1974
Directeur NOM 1987-1994
Voorzitter HBO-raad 1987-1994
Voorzitter College van Bestuur Universiteit Twente 1998-2002
Functies in Noord-Nederland onder meer:
Lid Raad van Commissarissen Friesland DairyFoods 1991-1996
Lid Raad van Commissarissen coöperatie ACM 1991-1996
Lid Raad van Commissarissen Avebe 1991-2005
Lid Commissie Noord-Nederland
Lid Raad van Commissarissen Groningen Airport Eede 2004-2013
Voorzitter Samenwerkende Bedrijven Eemsmond 2006-2008
Bijzonderheid:
Promoveerde op 80-jarige leeftijd op een proefschrift over de monetair economische politieke opvattingen én het beleid van de Duitse Rijksbankpresident Hjalmar Schacht (1923-1930 en 1933-1939). In de periode 1933-1939 maakte hij onder Hitlers bewind met een succesvolle economische stimuleringspolitiek een einde aan de economische crisis van de voorgaande jaren. Hitler kon daardoor Duitsland herbewapenen om oorlog te voeren in Oost- en West-Europa.
Vacatures
Werkvoorbereider en meer...
Qomplex

Voorzitter Raad van Toezicht
Talent Performance namens Patyna

Begeleider MVG
De Zijlen
