'Klein Duimpje' wil waterstof in zijn gasleidingen

Het platform van NGT op de Noordzee.

Het platform van NGT op de Noordzee.

Noordgastransport uit Groningen onderzoekt de mogelijkheden om groene waterstof te transporteren door hun aardgasleidingen. Volgens hen kost dat minder dan 10 procent dan het bedrag dat voor een geheel nieuw netwerk nodig is. „Onze leidingen liggen er al.”

Het Groningse bedrijf Noordgastransport (NGT) bracht in de Emmapolder bij Uithuizen de afgelopen 50 jaar honderden miljarden kubieke meters aardgas aan land. Het is het gas van zo’n 40 tot 50 productieplatforms op de Noordzee, dat via de 470 kilometer pijpleiding van de onderneming nog altijd zijn weg vindt naar het landelijke netwerk op land van Gasunie.

Het bedrijf onderzoekt nu de mogelijkheden om een rol te spelen in een duurzaam energiesysteem. De ambitie: transport van groene waterstof door de bestaande aardgasleidingen. ,,Wij kunnen mogelijk zelfs de energietransitie versnellen”, zegt Kees Mark, operationeel directeur van NGT.

Jaarlijks 10 miljard kuub

Ooit kwam via de Emmapolder jaarlijks 10 miljard kubieke meter gas het land binnen. Door de lage gasprijs in voorgaande jaren waren investeringen in de gaswinning op Noordzee niet rendabel. Daardoor duikelde de aanvoer. De NGT-pijplijn kan per jaar zo’n 12 tot 14 miljard kubieke meter gas vervoeren. De getransporteerde hoeveelheid bedroeg het afgelopen jaar echter slechts ruim 2 miljard kuub. ,,Dat is nog altijd zo’n 30 procent van de totale offshore gasproductie en zo’n 8 procent van in het gasverbruik in Nederland”, aldus Mark.

Hij verwacht dat het volume de komende jaren weer wat zal toenemen, bijvoorbeeld wanneer het bedrijf One-Dyas zo’n 20 kilometer ten noorden van Schiermonnikoog in de Noordzee met gaswinning begint. Maar tot 2050 zal het fossiele aardgas geleidelijk uit het energiesysteem verdwijnen.

Opmars windparken

Intussen zijn de windparken op zee bezig aan een onstuitbare opmars. Een groot deel daarvan moet de elektriciteit leveren, waarmee groene waterstof wordt gemaakt. Vooralsnog gebeurt dat met stroom die via een kabel aan land wordt gebracht, waar met zogeheten elektrolysers de waterstof wordt gemaakt.

Maar na 2030 moet die productie op zee plaatsvinden. Dan kan de waterstof naar land worden getransporteerd via pijpleidingen, die veel goedkoper zijn dan elektriciteitskabels. Minister Rob Jetten (Klimaat en Energie) heeft Gasunie gevraagd daarvoor een netwerk aan te leggen en te exploiteren. Het gastransportbedrijf heeft inmiddels een schets van hoe dat eruit zou kunnen zien.

Mark toont een kaartje van de Noordzee waarop de bestaande en toekomstige windparken getekend staan. ,,En dan zie je dat onze leidingen heel dicht bij die windparken komen”, zegt hij. ,,Wij vroegen ons af: kunnen we daarmee ook waterstof vervoeren in plaats van aardgas?”

Het certificeringsbureau Bureau Veritas kwam in oktober vorig jaar met het antwoord: het kan. Met steun van zelfstandig energie-expert Barbara Huneman, verkent NGT de mogelijkheden en kansen om een rol te krijgen in de opbouw van de waterstofeconomie. ,,Dat onderzoeken we tot achter de komma”, zegt zij.

Gasveld in de zeebodem

Dat juist in de weidse Emmapolder de NGT-leiding aan land komt, is het gevolg van een samenloop van omstandigheden. Begin jaren 70 wezen seismografische metingen uit dat zo’n 65 kilometer voor de kust van Den Helder zich een enorm gasveld in de zeebodem bevond, dat wordt geduid als L10. Ontdekker was het bedrijf Placid Oil van de Amerikaanse familie Hunt die fortuin maakte in de olie- en gasindustrie. De onderneming wilde het gas aan land brengen, maar daar voelde de Nederlandse regering niets voor.

Die oordeelde dat met het Slochterenveld ons land van voldoende gas was voorzien. Bovendien ging iedereen ervan uit dat de toekomst aan kernenergie was. Placid Oil besloot daarop het gas in het Duitse Emden aan land te brengen. Om wat voor reden is onduidelijk, maar plotsklaps stemde de Nederlandse regering wel in met de aanlanding. De aanleg van de pijpleiding was tot op dat moment gevorderd tot boven Schiermonnikoog. De Amerikanen aarzelden niet, lieten de buis een haakse bocht maken waardoor de NGT-leiding in de Emmapolder aan land kwam.

,,Dat was natuurlijk nooit gebeurd als de regering meteen had in gestemd met de aanlanding”, zegt Mark. ,,Want vanaf L10 was de route naar Den Helder veel korter. Dat het de Emmapolder is geworden, is dus eigenlijk toeval. Maar dat zou nu heel goed uit kunnen komen als we inderdaad waterstof gaan vervoeren. Zo’n aanlanding past bij de ambities van de regio, Hydrogen Valley.”

Dubbel werk

Met NOGAT, de exploitant van een andere Nederlandse gaspijpleiding, schreef het Groningse bedrijf een pleidooi voor het geschikt maken en hergebruik van bestaande leidingen. Volgens hen kost dat minder dan 10 procent van het bedrag dat voor een geheel nieuw netwerk nodig is. Bovendien moeten voor een nieuwe aanlanding in de Eemshaven weer nieuwe leidingen worden gelegd door de ecologisch gevoelige Waddenzee. Mark: ,,Terwijl de onze er al ligt. En ik heb een hekel aan twee dingen: dubbel werk verrichten en onnodig geld uitgeven.”

Waterstof in het NTG-netwerk is in de visie van Mark ‘het eindplaatje’, in elk geval in 2050 als Nederland moet zijn verlost van CO2 uitstoot en de waterstofeconomie tot wasdom is gekomen. Die omschakeling kan volgens hem aanzienlijk worden versneld, als de pijpleiding van het bedrijf tussentijds een rol krijgt in de opschaling van de waterstofproductie op zee.

Niet efficiënt

Het is idee daarbij is bij het getransporteerde aardgas een klein percentage groene waterstof toe te voegen, dat op zee is geproduceerd. Mark: ,,Dat bijmengen moet je tijdelijk doen. Het is niet efficiënt, maar op die manier kun je eerder beginnen met pilots met de offshore productie van groene waterstof op zee. Want die kan dan worden afgevoerd. Je versnelt dus de grootschalige waterstofproductie en daarmee de energietransitie.”

De mix kan volgens Mark gebruikt worden als brandstof in de industrie. Bijmenging van een duurzaam gas wordt over een aantal jaren voor de industrie sowieso verplicht. Een volgende stap is in de ogen van NGT en NOGAT dat zij een taakverdeling maken. Door een herschikking van leidingen en verbindingen kan het Groningse bedrijf zich dan bijvoorbeeld toeleggen op het transport van pure waterstof en NOGAT het resterende Noordzeegas in Den Helder aan land brengen, voordat die verbinding ook overgaat op waterstof.

Mark: ,,Wij denken ook dat we de waterstof kunnen opslaan in de oude gasvelden in de zeebodem. De elektriciteitsproductie van windmolens is door de wisselende omstandigheden niet stabiel. Door waterstof op te slaan, kun je de aanvoer constant houden, ook als bijmenging. Die continuïteit is voor de industrie heel belangrijk.”

CO2

Mocht het waterstofplan onhaalbaar blijken, dan kan nog worden gekeken of de leidingen gebruikt kunnen worden voor het transport van afgevangen CO2 naar lege gasvelden, waar het wordt opgeslagen. Maar die optie is technisch ingewikkelder, zegt Mark. ,,Want die CO2 moet de andere kant op gaan dan het aardgas nu gaat. We hebben daarvoor wat technieken bekeken. Maar die zijn nog niet toegepast op zo’n lange afstand.”

Mark hoopt dat NGT met zijn 25 werknemers, ‘een klein Duimpje in de energiewereld’, gehoor vindt. ,,Ik vind dat de mensen die besluiten nemen moeten weten welke mogelijkheden er zijn. We zijn weliswaar een klein bedrijf, maar hebben 50 jaar ervaring. We weten waarover we het hebben. Natuurlijk houden we ook rekening met de euro’s van de aandeelhouders. Maar eerst willen we weten welke rol we kunnen nemen.”

De plannen

Het middelpunt van het NGT-netwerk is een platform bij het L10-gasveld, waar het gas van verschillende productieplatforms samenkomt. Vanaf dat platform ligt een leiding met een lengte van 178 kilometer en een diameter van 90 centimeter naar de Emmapolder. Deze oorspronkelijke NGT-leiding heeft in de loop der jaren vier vertakkingen gekregen, waardoor de totale lengte van de leidingen van het Groningse bedrijf op 470 kilometer is gekomen.

Placid Oil van de Amerikaanse familie Hunt, voorloper van het huidige Neptune Energy, had aanvankelijk 60 procent van de aandelen. De overige 40 procent was in handen van het Nederlandse DSM. De huidige aandeelhouders zijn naast Energie Beheer Nederland (EBN) olie- en gasbedrijven en beleggers.