De waterschapsverkiezingen gaan écht ergens over. En dit is waarom jouw stem nu zwaarder telt

Schipborg, januari 2021: De Drentsche Aa is buiten zijn oevers getreden. Het beekdal vormt een reusachtige waterbuffer in tijden van zware neerslag.

Schipborg, januari 2021: De Drentsche Aa is buiten zijn oevers getreden. Het beekdal vormt een reusachtige waterbuffer in tijden van zware neerslag. Foto: Archief/Marcel Jurian de Jong

De waterschapsverkiezingen staan voor de deur. Maar om nu te zeggen dat ze echt leven? Misschien wel de meest gestelde vraag over deze verkiezingen is waarom ze überhaupt bestaan. We stemmen toch ook niet voor de reinigingsdienst?

Onbekend maakt onbemind, maar de waterschapsverkiezingen gaan wel degelijk ergens over. Je kunt rustig zeggen dat ze het toneel vormen van een belangenstrijd tussen boeren, burgers en boswachters. Een strijd met als inzet veiligheid, waterkwaliteit en de besteding van 3,5 miljard euro aan belastinggeld. De verkiezingsuitslag is van directe invloed op onze leefomgeving én onze portemonnee.

Pompen of verzuipen

Zonder de waterschappen zou de lieslaars het Nederlandse modebeeld dicteren. Voor zover Nederland nog zou bestaan, want zonder dijken en gemalen verdwijnt de helft van ons land sowieso onder water.

Waterschappen hebben Nederland in een tijdsbestek van acht eeuwen gemaakt tot wat het nu is: een ingenieus macramé van sloten en kanalen, beken en rivieren, dijken, polders, sluizen, stuwen en gemalen. Pompen of verzuipen, dat is het devies als je in een natte delta woont. En pompen doe je samen, anders houd je de voeten niet droog.

Nederland is het enige land ter wereld met aparte verkiezingen en aparte belastingen voor waterbeheer. Dat is zo bepaald in de Grondwet van 1848 en daar hadden de wetgevers van weleer goede redenen voor. Want pompen of verzuipen mag dan het credo zijn, je moet er wel geld voor reserveren. Bovendien moet iemand beslissen waar je het water wegpompt, en waar naartoe.

Het boerenbelang

Eeuwenlang hebben de waterschappen zich op oer-Hollandse wijze gekweten van die taak: ze bouwden dijken en pompten overtollig water zo snel mogelijk weg. Een belangrijke pijler onder dat beleid is altijd het boerenbelang geweest. Boeren hebben van oudsher veel zeggenschap binnen de waterschappen, omdat zij voor hun bedrijfsvoering direct afhankelijk zijn van het waterbeheer.

Tegenwoordig is hun invloed kleiner dan vroeger, maar hun aanwezigheid binnen de waterschapsbesturen is nog altijd wettelijk gewaarborgd.

We mogen kiezen, maar de geborgde zetels zijn al bezet

Nu nog tellen de waterschapsbesturen zeven tot acht geborgde zetels voor boeren, natuurbeheerders en ondernemers. Zij zijn niet gekozen, maar benoemd door hun koepelorganisaties.
Na 15 maart telt het algemeen bestuur van elk waterschap nog vier geborgde zetels: twee voor de boeren en twee voor de natuurbeheerders. De ondernemers zijn hun vaste plek kwijt.
Boeren en natuurbeheerders krijgen minder invloed, maar hun zeggenschap in het waterschap blijft wel verzekerd. Door de vrijgekomen zetels groeit de invloed van de kiezer.

Boeren willen geen natte landerijen. Hun aardappelen en bieten verrotten in drassige grond en hun trekkers zakken weg in de modder. Net als hun koeien. En dus houden de waterschappen het grondwaterpeil bij voorkeur laag. Dat doen ze met 3.600 gemalen.

Klimaatopwarming dwingt tot nieuw beleid

Ware slurpmonsters zijn het, die gemalen. Zo verzwelgt het gemaal Zedemuden bij Zwartsluis in 1 minuut de inhoud van drie olympische zwembaden. En als de Friezen het Woudagemaal bij Lemmer onder stoom brengen, dan spuwt dit Werelderfgoed per minuut maar liefst 4.000 kubieke meter water vanuit de Friese boezem het IJsselmeer in.

Taken van het waterschap

Aanleg en beheer van waterkeringen
Aanleg en beheer van opvanggebieden voor water
Aan- en afvoer van water
● Beheer van de grondwaterstand
Zorg voor waterkwaliteit
Rioolwaterzuivering
Muskusrattenbestrijding
Natuurontwikkeling
● Ingrijpen bij overstromingen, dijkdoorbraken e.d.

Maar nu volstaat de traditionele aanpak van de waterschappen niet meer. Door de klimaatopwarming kampen ze steeds vaker met perioden van extreme neerslag en langdurige droogte. In natte tijden kunnen de gemalen het werk vaak niet of nauwelijks meer aan. Bovendien, het water dat ze wegpompen zijn we grotendeels kwijt, terwijl we het ’s zomers steeds harder nodig hebben om de droogte te bestrijden. En dus moeten de waterschappen minder water afvoeren en meer vasthouden, zo heeft het kabinet vorig jaar besloten. Ze moeten grotere watervoorraden aanleggen waaruit ze in droge tijden kunnen putten om het grondwaterpeil te verhogen.

Schade aan woningen en gewassen

De verhoging van dat grondwaterpeil is dringend noodzakelijk, want een te lage grondwaterstand leidt tot grote problemen. Niet alleen de natuur en de akkerbouwgewassen verdrogen tijdens die lange droge zomers, maar ook de veengronden waarop wij huizen hebben gebouwd. Volgens het Kenniscentrum Aanpak Funderingsproblematiek dreigt voor vele honderdduizenden huizen in Nederland funderingsschade doordat de bodem uitdroogt en inklinkt. Bovendien stoot de drooggevallen veengrond veel CO2 uit. Na acht eeuwen van bemaling is het nu tijd voor vernatting.

Voor de waterschappen is dat even wennen, ook in Drenthe, Friesland en Groningen. Ze moeten nieuwe keuzes maken. Ze kunnen hun overtollige water lozen op het IJsselmeer en de Waddenzee, of ze kunnen het opvangen in speciale waterbergingsgebieden en bredere sloten. Ook kunnen ze de oevers van beken en riviertjes geschikt maken als overstromingsgebieden. Zo ontstaat nieuwe natuur waar je heel veel overtollig water kwijt kunt.

En misschien zijn er wel akkers die nat mogen blijven. Akkers van boeren die willen omschakelen op natte gewassen als lisdodde, veenmos, kroosvaren, cranberries, riet en wilgen. Daar kun je bouwmaterialen van maken, of potgrond, of veevoer. Ook voor de veehouders hoeven drassige landerijen niet altijd een vijand te zijn. Er zijn al boeren in Drenthe, Friesland en Groningen die hun koeien hebben ingeruild voor waterbuffels.

Het waterschapsbestuur lijkt op het gemeentebestuur

● De dijkgraaf (de burgemeester) is de voorzitter van het waterschap. De regering benoemt hem of haar voor een periode van zes jaar.
● Het algemeen bestuur (de gemeenteraad) controleert het waterschap. De inwoners kiezen dit bestuur voor een periode van vier jaar. Het algemeen bestuur kiest uit zijn midden het dagelijks bestuur.
● De dagelijks bestuurders (de wethouders) bereiden het beleid voor en voeren het uit.

Geen dualisme
Waterschappen kennen in tegenstelling tot gemeenten geen dualisme. De dagelijks bestuurders mogen tevens lid zijn van het algemeen bestuur. In een gemeente mogen wethouders sinds 2002 geen lid meer zijn van de gemeenteraad.

Anders dan een gemeente, die zich bezighoudt met algemene bestuurstaken, houdt het waterschap zich specifiek bezig met waterbeheer. Dualisme zou de functionaliteit van dat werk in de weg kunnen staan, zo is de gedachte van oudsher. Critici menen echter dat het algemeen bestuur zijn controlerende taak niet onafhankelijk kan uitvoeren zolang de dagelijks bestuurders meestemmen over hun eigen beleidsvoorstellen.

Het maakt verschil wie er in het bestuur zitten

Het doet er toe wie er in het bestuur zitten van een waterschap. Boeren, natuurbeheerders, reguliere politieke partijen en speciale waterschapspartijen, allemaal besturen ze mee en allemaal hebben ze hun eigen opvattingen over goed waterbeheer. Grote kans dat een partij als Water Natuurlijk andere keuzes maakt dan bijvoorbeeld de VVD of het CDA. Maar hoe weet je als kiezer wat de partijen precies willen?

Tegenwoordig is dat een stuk eenvoudiger dan vroeger. Voorheen stemden we op individuele kandidaten die hun standpunten etaleerden in folders en verkiezingskrantjes. Dankzij de vernieuwde Waterschapswet uit 2008 staan de kandidaten nu op kieslijsten. En de verkiezingsprogramma’s van hun partijen staan online.

Stemhulp is reddingsboei in waterland

Om het de kiezer makkelijk te maken hebben de waterschappen bovendien een stemhulp gelanceerd. Als je er geen verstand van hebt maar je wilt toch stemmen, dan is die stemhulp een ware reddingsboei in waterland. Je vindt ‘m op Mijnstem.nl . De stemhulp vertelt je ook direct in welk waterschap je woont. Bijna de helft van de Nederlanders weet dat niet, zo bleek onlangs uit een peiling van onderzoeksbureau Citisens.

De waterschapslasten lopen op

De waterschapslasten stijgen dit jaar gemiddeld 8 procent. Dat heeft verschillende oorzaken.

Hoge inflatie en energiekosten.
Gevolgen van klimaatopwarming.
Hogere zuiveringskosten door de toename van medicijnresten, microplastics en PFAS in het rioolwater.
Verbetering van de waterkwaliteit volgens de Europese Kaderrichtlijn Water.

3,5 miljard euro aan belastingen
Ontvingen de 21 waterschappen in ons land in 2019 nog drie miljard euro aan waterschapsbelasting, dit jaar is dat al 3,5 miljard. Ook in Noord-Nederland zijn de bedragen aanzienlijk.



Het waterschap verdeelt de lasten over boeren, burgers, boswachters en bedrijven

De waterschappen stellen verschillende belastingtarieven vast voor boeren, natuurbeheerders, bedrijven, eigenwoningbezitters en huurders. Zo verdelen ze de lasten. Als ze de boeren iets meer laten betalen, kan het tarief voor de natuurbeheerders omlaag. Of andersom. En als ze het tarief voor de burgers verhogen, kunnen de lasten voor de boeren naar beneden. Met die financiële keuzes kunnen wij het als inwoners van een waterschap eens zijn, of niet. Tijdens de waterschapsverkiezingen mogen wij ons daar over uitspreken, net als over de toekomst van ons waterbeheer. Op 15 maart is het zover.

Meer weten? De website www.waterschapsverkiezingen.nl biedt een schat aan informatie over de waterschappen en hun verkiezingen.

Waterschap of provincie?

Critici noemen de waterschappen een onnodige extra bestuurslaag. De provincies moeten het waterschapswerk overnemen, vinden zij. De waterschappen beklemtonen echter dat hun stroomgebieden zich niets aantrekken van provinciegrenzen. Daarom zou het lastig zijn om samenhangend waterbeheer te voeren op provinciaal niveau.