GBB kritisch op kabinetsplan om miljoenen via Nationaal Programma Groningen te geven. 'Ze lijken geld te gebruiken voor prestigeobjecten'

Johan Remkes en premier Mark Rutte in de deuropening van het provinciehuis van Groningen.

Johan Remkes en premier Mark Rutte in de deuropening van het provinciehuis van Groningen. Foto: ANP/Siese Veenstra

De Groninger Bodem Beweging (GBB) is zeer kritisch over het plan van premier Mark Rutte en staatssecretaris Hans Vijlbrief om het economische steunpakket voor Groningen via het Nationaal Programma Groningen (NPG) te laten gaan. Dit samenwerkingsverband staat er volgens GBB allesbehalve goed op.

Dat is te lezen in de inhoudelijke reactie van de GBB op de plannen van Rutte en Vijlbrief. Ze presenteerden die naar aanleiding van het rapport van de parlementaire enquêtecommissie gaswinning, vorige maand namens het kabinet in Garmerwolde.

Het belangrijkste vindt GBB dat de zwaarst gedupeerden nu prioriteit krijgen en het meeste worden geholpen en dat er geen nieuwe verschillen mogen ontstaan. De focus moet veel meer naar de inwoners in de kern van het aardbevingsgebied en de zogeheten complexe gevallen, aldus GBB. En dan niet alleen voor het herstel van schade en huizen, maar juist ook in het verbeteren van leefklimaat en de economie.

‘Prestigeprojecten realiseren’

In die zin noemt de Groninger Bodem Beweging het dan ook ,,buitengewoon opvallend” dat het kabinet ervoor kiest om het economische steunpakket van honderden miljoenen euro’s uit te laten voeren via het NPG. ,,De ervaringen met het NPG zijn in Groningen immers vooral negatief. De bestuurders van de NPG lijken de gelden vooral te gebruiken om bestaande lacunes op te vullen en om prestigeobjecten te realiseren”, schrijft de beweging.

Sowieso noemt GBB het opvallend dat de economische agenda zich volledig richt op de gehele provincie Groningen en Noord-Drenthe. De economische focus op de kern van het aardbevingsgebied ontbreekt volledig, aldus GBB.

Het Nationaal Programma Groningen is een samenwerkingsverband van het Rijk, de provincie Groningen en de tien gemeenten in de provincie. Het heeft 1,15 miljard euro te besteden. Het programma duurt tot 2030 en de voorzitter van het algemeen bestuur is Johan Remkes.

Het samenwerkingsverband is in het leven geroepen om (los van de gaswinningsproblematiek) ,,te investeren in de toekomst [van Groningen] door het versterken van de leefomgeving, de economie, opleidingen, banen en de natuur en het klimaat”. Opvallend is dat [regionale] overheden die plannen indienen bij het NPG, zelf ook in het bestuur zitten waar zij hun eigen projecten goedkeuren.

Kabinet ,,negeert” negatieve beoordelingen over NPG

Minister-president Mark Rutte en staatssecretaris Hans Vijlbrief kondigden 25 april een pakket met 50 maatregelen aan om de ,,ereschuld” aan Groningen en Noord-Drenthe in te lossen. In totaal gaat er zo’n 22 miljard euro naar het aardbevingsgebied (zo’n 13,5 miljard euro ‘nieuw geld’).

In de voornemens die Rutte en Vijlbrief schetsen is nadrukkelijk een rol weggelegd voor het NPG dat bovenop de 1,15 miljard euro een eenmalig geldbedrag van 250 miljoen euro krijgt. Daarnaast wordt er jaarlijks 100 miljoen euro beschikbaar gesteld, waarvan ,,een substantieel deel via het Nationaal Programma Groningen loopt, omdat het NPG een cruciale rol vervult bij het realiseren van de grote economische structuurversterkingsprojecten”, aldus de bewindspersonen.

Maar de GBB wijst er juist op dat de enquêtecommissie in haar rapport ‘Groningers boven gas’ van afgelopen februari juist ,,zeer kritisch” is over het functioneren van het NPG en de soms ,,onlogische bestedingen”. De bodem beweging noemt het ,,onbegrijpelijk” dat het kabinet deze negatieve beoordelingen ,,volledig negeert” en ,,weer kiest voor toekenning van middelen via het NPG”.

De Groninger Bodem Beweging en het Groninger Gasberaad waren bij de presentatie van het NPG in 2018 niet uitgenodigd en beide maatschappelijke organisaties waren ook niet betrokken bij het opstellen van de plannen. In die periode was GBB ook al kritisch over [het oprichten van het] NPG omdat ,,de ervaring leert dat overheidsambtenaren graag hun projecten het programma ‘in willen fietsen’”.

Bittere teleurstelling

Hoewel de GBB aangeeft in grote lijnen tevreden te zijn met de inzet van het kabinet naar aanleiding van het parlementaire enquêterapport is de organisatie ,,bitter teleurgesteld” dat Rutte en Vijlbrief eind vorige maand niet bekend hebben gemaakt dat de gaswinning per 1 oktober van dit jaar wordt beëindigd. ,,Voor ons was dat de meest logische reactie van het kabinet geweest na het vernietigende rapport van de enquêtecommissie.” De bodem beweging benadrukt dat de gaswinning ,,immers de bron is van alle ellende” en ,,wat kun je dan beter doen dan de bron wegnemen?”

Ook klinkt kritiek op het grensbedrag van 40.000 euro. Volgens de GBB is dat ,,weinig reëel”. Het zou betekenen dat in de kern van het aardbevingsgebied, waar de schadebedragen in de regel hoger zijn, de causaliteit (‘komt deze schade door een aardbeving?’) moet worden aangetoond. Terwijl het juist in de kern bijna onomstreden is dat mijnbouw de (mede)veroorzaker is van schade.

,,Terwijl het aan de rand, waar schadebedragen lager zijn, meer onzeker is”, aldus GBB die ook vindt dat het mandaat voor bewonersbegeleiders om tot 50.000 euro zelf keuzes te mogen maken veel te hoog is. ,,Dit geld is bedoeld om incidentele operationele kosten te dekken en die zijn gewoonlijk veel lager. 20.000 euro volstaat ruimschoots.”

GBB vindt dat Rutte verantwoordelijkheid moet nemen

In de reactie op de kabinetsplannen wijdt de Groninger Bodem Beweging een aanzienlijk stuk aan de rol van minister-president Mark Rutte. De GBB noemt het allesoverziend opvallend ,,hoe weinig inhoudelijke kennis en belangstelling de minister-president ooit ter zake heeft gehad”. Volgens de GBB kwam Rutte alleen maar met verontschuldigingen op de proppen. ,,Geen enkel initiatief heeft hij genomen om de situatie in Groningen te verbeteren. Daar staat tegenover dat hij voortdurend herhaalt alle verantwoordelijkheid te nemen. Bij woorden horen daden. Tot heden heeft Rutte daden nagelaten. Nu rest de minister-president verantwoordelijkheid te nemen.” Daarmee hint de GBB erop dat premier Rutte zou moeten opstappen. De verwachting is dat het kabinet begin juni in debat gaat met de Tweede Kamer naar aanleiding van het rapport van de parlementaire enquêtecommissie en de kabinetsreactie.