De eerste keer dat Carry de Jonge-Koning moeder werd, dacht ze dat het was mislukt. Ze lag in het ziekenhuisbed van het Academisch Ziekenhuis Groningen. En wachtte. Het was 7 september 1957 en ze hadden haar om half zeven ’s ochtends verteld dat ze was bevallen van een dochter. De geboorte was raar gegaan, er was juist op dat moment een wisseling van de dienst geweest, iemand had het kind opgepakt en meegenomen, ergens naartoe en nu lag ze dus in dit ziekenhuisbed terwijl de uren verstreken. Waar was haar kind? Waarom had ze haar niet mogen vasthouden? Wat was er aan de hand?