Ombudsman: 'Groningers zijn in verwarring. Kabinet, verschaf duidelijkheid'

Ombudsman Reinier van Zutphen tijdens het aanbieden van het jaarverslag over het jaar 2022 van de Nationale ombudsman. ANP ROBIN VAN LONKHUIJSEN Foto: Robin van Lonkhuijsen
De ombudsman presenteerde woensdag zijn jaarverslag over 2022 in de Tweede Kamer. Daar riep hij het kabinet op snel met een brief te komen over de impact van de vijftig maatregelen die de regering heeft aangekondigd als reactie op de parlementaire enquête gaswinning.
Die enquêtecommissie presenteerde op 22 februari zijn rapport met een lange reeks aanbevelingen. Het kabinet reageerde daar twee maanden later op met het rapport Nij Begun in Garmerwolde. Daarover moet de Tweede Kamer nog debatteren, en dat wordt naar verwachting 6 en 7 juni.
‘Moet ik naar rechter of bezwaar maken?’
,,De mensen in Groningen zijn nu in verwarring’’, merkt Van Zutphen. ,,Ze vragen zich af wat er gaat komen. Moet ik nog door op de nu bestaande regelingen? Moet ik bezwaar maken? Moet ik naar de rechter? Moet ik afwachten? Hoe gaat het er voor mij uitzien?’’
Van Zutphen hoopt dat er zo snel mogelijk ,,duidelijkheid, eenheid, helderheid en eenvoud komt voor de Groningers’’. ,,Daar hebben ze recht op, om hun leven weer op orde te krijgen.’’
Het jaarverslag van de ombudsman had een jaar geleden een foto van de wachtrij voor het gemeentehuis in Winsum op de voorpagina, van mensen die wachtten op een aanvraag voor tienduizend euro subsidie om hun woning te verbeteren. Die wachtrij is er eigenlijk nog steeds, stelde de ombudsman.’
‘Wat als laatste kans mislukt?’
,,Ik was verbaasd over wat er gezegd werd door de regering bij de kabinetsreactie op het enquêterapport: ‘We geven onszelf een laatste kans’. Toen dacht ik: wat nou als die laatste kans mislukt?’’ Volgens de ombudsman geldt dat te lange wachten ook voor de gedupeerden van de toeslagenaffaire en de wateroverlast in Limburg.
Verder beklaagde hij zich over het toenemend aantal burgers dat in de schulden zit. Er moet volgens hem een hoger sociaal minimum komen in Nederland. „Een rode draad in het werk van de Nationale ombudsman, de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman”.
Te veel ingewikkelde regelingen
Terwijl het kabinet het aantal mensen in armoede flink wilde verminderen, nam het juist toe door de inflatie. In maart becijferde het Centraal Planbureau (CPB) dat zo’n 815.000 mensen onder de armoedegrens leven. Zonder extra steunmaatregelen volgend jaar worden dat er bijna 1 miljoen, waarschuwde het CPB.
Vooral zelfstandige ondernemers, vluchtelingen met een verblijfsstatus, jongeren met een beperking en jongeren in de bijstand zijn financieel kwetsbaar. De situatie van mensen die onder deze groepen vallen is vaak onzeker, en ze hebben vaak weinig financiële buffers. „Bij een crisis lopen zij meer risico op het verlies van hun werk en op langdurige schulden”, schrijft de ombudsman in zijn jaarverslag.
Het beleid voor mensen met een kleine portemonnee hangt te veel aan elkaar van ingewikkelde regelingen. Mensen die afhankelijk zijn van een uitkering zijn „de helft van hun tijd bezig dingen aan te vragen of te verantwoorden”, zegt Van Zutphen. Hij zegt in zijn jaarverslag dat de overheid „tijd voor de burger” moet maken. Onder meer door te luisteren, en minder haastig beleid te maken. Ook de Algemene Rekenkamer waarschuwde al voor gevolgen van regelingen die onder grote tijdsdruk tot stand komen. Vorig jaar werd op Prinsjesdag bijvoorbeeld een prijsplafond aangekondigd. Het plafond kost miljarden, en er werd nog tot de ochtend van Prinsjesdag aan gewerkt.
Regelingen waar de overheid te weinig tijd voor heeft genomen, zijn vaak „ondoordacht”, vindt Van Zutphen. De overheid moet bij het maken van beleid bovendien veel beter luisteren naar de burger.