Zou René Huitema zichzelf tekenen, dan zette hij een magere man op papier, met een baardje, blauwgrijze ogen en met een zelf genaaide muts op. In eerste instantie zou hij genoeg hebben aan twee zwarte Bic-balpennen, een in zijn linker-, een in zijn rechterhand. Met links tekent hij, met rechts stuurt hij bij en arceert hij razendsnel. Misschien later zou hij zijn pentekeningen met potloden kleur geven.