Ook na het ongeluk op de Risico loopt het toezicht op de bruine vloot niet gesmeerd. Hoe een zeilschip met verlopen papieren toch met passagiers het water op kon

Illustratie Gerco van Beek
Zaterdagmiddag 10 september 2022
Het is half bewolkt en er waait een zwak windje, wanneer de eigenaar van de historische zeilklipper Pauwel Jonas een telefoontje krijgt van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Zijn schip vaart op dat moment op het Markermeer. Aan boord zijn 28 betalende passagiers.
De ILT-medewerker heeft een melding binnengekregen over de Pouwel Jonas: het tuigagebewijs van het schip is verlopen. Zonder een geldig tuigagecertificaat is het wettelijk niet toegestaan om het schip te gebruiken en uit te varen.
Sinds kort is de Inspectie scherp op dit soort overtredingen. Op 31 augustus, nog geen twee weken eerder, is op de Waddenzee een 14-jarig meisje om het leven gekomen nadat op het charterschip Risico een giek afbrak. Wat dan nog niet publiek bekend is, maar binnen de ILT wel, is dat ook de Risico met verlopen tuigagepapieren het water op is gegaan.
De Risico vaart onder het Harlinger boekingskantoor Rederij Vooruit. Een van de eerste dingen die de ILT na het ongeval heeft gedaan, is het nalopen van de bijna veertig bruine vloot-schepen waarmee Rederij Vooruit samenwerkt. Onder die schepen blijken er meer te zijn met verlopen certificaten. Ook de Pouwel Jonas.
De eigenaar van de Pouwel Jonas heeft een week eerder een schriftelijke waarschuwing gekregen van de ILT: als het schip zonder geldig tuigagebewijs tóch uitvaart, is hij in overtreding en kan hij bij een ‘heterdaad’ rekenen op een boete of een vaarverbod.
Toch reageert de scheepseigenaar verrast, wanneer hij op 10 september door de ILT wordt gebeld. De aanbevelingen die bij de laatste keuring, in april 2021, werden gedaan, heeft hij allemaal opgevolgd. De gemaakte foto’s die dat moeten bewijzen, heeft hij net de afgelopen week naar het keuringsbureau gestuurd.
Dat keuringsbureau is overigens geen onderdeel van de ILT; die heeft de keuringen uitbesteed aan een klein aantal bedrijven,
De ILT-ambtenaar belt en mailt zaterdag niet alleen met de scheepseigenaar. Hij overlegt ook met een medewerker van EOC Expertise. Dit is de inspectiepoot van het Meppeler bedrijf EOC, dat scheepsverzekeringen verkoopt.
De EOC-medewerker heeft de foto’s van de Pouwel Jonas ook gekregen. Maar de laatste keuring is al zo lang geleden uitgevoerd, dat er wat de EOC-man betreft een heel nieuwe keuring nodig is. De eigenaar van de Pouwel Jonas is daar naar eigen zeggen nooit over geïnformeerd.
De ILT-ambtenaar en de EOC-medewerker overleggen verder. ‘s Avonds besluit de ILT’er dat het stilleggen van de Pouwel Jonas op dit moment toch ‘niet proportioneel is’ - ook al is het tuigagebewijs verlopen. De EOC’er vindt dat het fotobewijs voldoende aantoont dat alle verbeterpunten aan het schip zijn uitgevoerd. Wel moet het schip ná het weekend volledig worden herkeurd, vinden ze.
Dat is vooralsnog goed nieuws voor de eigenaar. Zondag staat de start van een zesdaagse rondvaart met passagiers op het programma. Het lijkt er op dat die nu gewoon kan doorgaan.
Verantwoording
Voor deze reconstructie is gebruik gemaakt van documenten van de ILT, verkregen na een beroep op de Wet Open Overheid. Informatie uit die documenten is waar mogelijk geverifieerd bij de betrokken partijen. Vaarbewegingen van de Pouwel Jonas zijn opgevraagd bij het online platform Vesselfinder.
In Nederland zijn er in de praktijk drie private bedrijven die, in opdracht van de overheid, keuringen op bruine vloot-schepen uitvoeren. Ze hebben daartoe speciaal toestemming gekregen van de minister van Infrastructuur. Eén van die bedrijven is NBKB -’Nederlands Bureau Keuringen Binnenvaart’. Het NBKB heeft door het hele land tientallen schepen als klant. Bijvoorbeeld de Risico, het Harlinger zeilschip van de giekbreuk. En ook de Pouwel Jonas.
Maar waarom overlegt de ILT deze zaterdag dan niet met NBKB over dit schip, maar met iemand van EOC? Dat komt omdat bijna alle mast- en tuigagekeurders met wie NBKB werkt, in de praktijk in dienst zijn bij EOC, die ze vervolgens aan NBKB uitleent. En zo is EOC binnen de binnenvaartbranche dus bekend als verzekeraar én inspecteur.
Maandag 12 september
De Pouwel Jonas heeft een dag varen met de scheepsgasten achter de rug en ligt ‘s ochtends in de haven van Lelystad, klaar voor de afgesproken herkeuring. Dezelfde NBKB-keurmeester die veertien maanden eerder de masten en tuigage op de klipper inspecteerde - en dus afkomstig is van EOC - doet dat nu weer.
Ditmaal ziet hij dat de houten hoofdgiek flink doorhangt. Er zijn forse scheuren zichtbaar. De inspecteur prikt er met een beitel in: het hout is zacht. Hij keurt de giek per direct af. Hier mag je niet mee zeilen. Een geldig tuigagebewijs voor de Pouwel Jonas zit er voorlopig niet in.
Na de keuring stuurt de eigenaar van het schip een mailtje naar de keurmeester. De eigenaar zegt dat hij het hoofdzeil niet meer gebruikt tot hij de afgekeurde giek heeft laten vervangen.
‘s Middags vertrekt de Pouwel Jonas, zonder geldig tuigagebewijs maar met passagiers, richting Stavoren.
Een paar uur eerder is bij de ILT voor het eerst het ‘Topic Team Bruine Vloot’ bij elkaar geweest. Deze overlegclub is speciaal opgericht na de fatale giekbreuk op de Risico. De teamleden bespreken hoe de ILT in de nasleep van het ongeluk moet handelen. Ook richting andere historische zeilschepen.
Het besluit om de Pouwel Jonas in het weekend te laten doorvaren, heeft ook het topic team bereikt. Het doet de wenkbrauwen fronsen. De medewerker van EOC had het fotobewijs van de schipper met de verbeterpunten niet mogen accepteren, vinden de ILT’ers. Daarvoor is de laatste keuring, van april 2021, gewoon té lang geleden. Een schip dan toch laten varen, druist volgens hen in tegen de instructie die de ILT in 2019, speciaal voor keuringsinstanties van zeilschepen, heeft opgesteld.
Voor het team is meteen al helder dat er een gesprek moet komen met de drie keuringsbureaus in de binnenvaart over hun ‘werkproces’. En van die bureaus is het met name NBKB, waar de aandacht naar uit gaat.
Er blijkt verschil te zitten in de manier waarop de drie bureaus aan de bel trekken, wanneer bij een schip het tuigagebewijs dreigt te verlopen. BSC in Lelystad stuurt de scheepseigenaren vooraf altijd een waarschuwing. Register Holland, uit Meppel, doet dat soms wel, soms niet. Maar NBKB doet dat nooit.
Dat de inspecteurs van NBKB verder vaak worden uitgeleend door EOC Expertise, ziet de ILT ook. NBKB is de partij die toestemming van de minister gekregen heeft om certificaten uit te geven. Dat geldt niet voor EOC, waar veel van de inspecteurs vandaan komen. ‘De vraag is of dit een schijn van belangenverstrengeling in zich draagt’.
Dinsdag 13 september
De tocht van de Pouwel Jonas blijft niet onopgemerkt. De ILT heeft namelijk ook andere handhavers op het water geïnformeerd over het verlopen certificaat van de zeilklipper. Om kwart voor twee krijgt de ILT een berichtje binnen, van een patrouilleboot van de waterpolitie.
De politie heeft de Pouwel Jonas zien varen -zonder grootzeil en giek te gebruiken - en navraag gedaan bij een EOC-medewerker. Die zegt tegen de politie dat het schip ‘mag varen zoals het nu doet’. Bij sommige leden van de Inspectie leidt dat weer tot verbazing. ‘Wie heeft deze toestemming gegeven?’, mailt een ILT’er rond.
Ook over het optreden van de ILT zelf is op dat moment niet iedereen binnen de Inspectie tevreden. ‘Het schip heeft in de tussentijd dus wel gevaren wat dus echt niet mag’, mailt een medewerker, wijzend op de zondagse vaartocht.
De medewerker wil meer actie. ‘Op basis van wat ik nu heb gehoord krijg ik de indruk dat we dit als ILT laten lopen, en het afdoen met een briefje dat men in overtreding is op het moment dat men vaart met ongeldige certificaten. Mijn advies is om dit niet te laten gebeuren en echt op te treden’.
En ook: ‘De keuringsinstantie heeft daarnaast dus ook willens en wetens een verkeerde instructie afgegeven. Ook dit zou moeten worden aangepakt’.
Diezelfde avond, nadat de Pouwel Jonas heeft aangelegd in de haven van Enkhuizen, meldt zich opnieuw een inspecteur bij het schip. Ditmaal eentje van de ILT zelf. Zoals verwacht constateert hij dat het tuigagebewijs verlopen is, maar er is meer. Van een tweede verplicht certificaat blijkt geen geldig exemplaar aan boord. En de keuringen op de gasinstallatie, de losse brandblussers en het centrale blussysteem zijn ook verlopen.
Vanwege ‘klaarblijkelijk gevaar’ legt de inspecteur het schip stil. Per direct, omdat de veiligheid van passagiers en bemanning tijdens de vaart niet kan worden gegarandeerd. De 28 passagiers mogen de nacht nog aan boord doorbrengen, maar moeten daarna van het schip af. De klipper mag Enkhuizen pas verlaten wanneer de Inspectie daar toestemming voor geeft..
Woensdag 14 september
NBKB, het keuringsbureau van de Pouwel Jonas, trekt ook buiten de ILT de aandacht. De Raad voor Accreditatie (RvA), die toezicht houdt op de kwaliteit - en onpartijdigheid - van Nederlandse inspectie-instellingen, heeft vanuit de binnenvaartsector een ‘signaal’ ontvangen over de onafhankelijkheid van NBKB.
Omdat NBKB ook de keuringsinstantie was van de Risico, het schip van de fatale giekbreuk, besluit de RvA tot een extra onderzoek. Ook de ILT wordt hiervan op de hoogte gebracht.
‘Wat is jullie advies om nu te gaan doen richting NBKB’, vraagt een ILT-medewerker aan zijn collega’s. ‘Moeten we de RvA die over de accreditatie gaat, onze observaties asap melden?’ Hij doelt op inspecteurs die weliswaar onder de vlag van de NBKB werken, maar zich richting de schippers presenteren als experts namens EOC Expertise.
Een collega maant tot rust. ‘Ik denk voor nu even pas op de plaats. Schakelen met de RvA kan altijd nog’.
En dan is er nog de verbazing over de afgekeurde giek van de Pouwel Jonas, vastgesteld één jaar na de vorige inspectie. ‘Is de staat van de giek bij de vorige keuring niet opgevallen?’, vraagt een ILT’er zich af.
Maandag 19 september
Ruim vijf dagen ligt de Pouwel Jonas al ‘aan de ketting’ in Enkhuizen. De eigenaar heeft in het weekend nog een wanhopige mail naar de ILT gestuurd: ‘ Please , laat ons naar Kampen varen. Alles krijgen we daar op vrijdag geregeld. Maandag komt keurmeester EOC langs. Alle verdere zaken zijn geregeld. Dit schip is fit’. Maar vertrekken mag het schip van de ILT niet.
Ambtenaren van de Inspectie buigen zich ondertussen over een bericht van EOC, dat een tuigagebewijs van een ander schip heeft gemaild naar Rederij Vooruit. Met daarbij de opmerking dat ‘het origineel’ per post door NBKB wordt verzonden. Verwarring alom. ‘Wie geeft hier nu het certificaat af?’, mailt een ILT’er.
NBKB heeft de ministeriële toestemming om scheepscertificaten te verstrekken, maar EOC niet. Gaat dit bedrijf zijn boekje niet te buiten, vragen ILT-medewerkers zich af. En waarom communiceert EOC zelf met de scheepseigenaren over keuringsbewijzen? Behoort NBKB dat niet te doen?
Dinsdag 20 september
De afgekeurde giek van de Pouwel Jonas ligt in stukken gezaagd op het dek, wanneer zich in Enkhuizen een NBKB-inspecteur meldt. Het betekent in elk geval dat zeilen met het grootzeil niet mogelijk is, voordat de nieuwe stalen giek is geïnstalleerd.
Ook de andere tekortkomingen zijn opgelost, ziet deze inspecteur. De NBKB vindt dat het schip weer mag deelnemen aan de scheepvaart. Diezelfde avond geeft de ILT toestemming aan de Pouwel Jonas om door te varen naar Kampen. De tocht is noodzakelijk, omdat in Kampen de werf zit die de nieuwe giek op het schip zal monteren.
Bij de ILT verwondert een ambtenaar zich ondertussen over andere tuigagebewijzen die NBKB afgeeft. Soms zitten er maanden tussen het moment van de inspectie en het uitdelen van het bewijs. Schippers krijgen veel tijd om hun tekortkomingen op te lossen.
‘Hier lijkt op onjuiste gronden een certificaat afgegeven!’, mailt de ILT’er verontwaardigd over een tuigagebewijs dat een schip in september heeft ontvangen: vijf maanden nadat de inspecteur op het dek rondstapte.
Donderdag 22 september
In Kampen heeft een monteur de Pouwel Jonas uitgerust met een nieuwe stalen giek. Meteen volgt een inspectie en krijgt het schip een nieuw, geldig tuigagebewijs. De klipper is weer vrij om te gaan.
Een van de mede-eigenaren van het schip stuurt nog een schuldbewust mailtje naar de ILT. Hadden ze nou maar niet vergeten om na de keuring in 2021 ‘die paar foto’s op te sturen’, als bewijs dat alle aanbevelingen waren opgevolgd. Want door het plotselinge vaarverbod, midden in het seizoen, zijn ze nu duizenden euro’s aan inkomsten misgelopen.
Vrijdag 27 januari
Vier maanden later ontvangen Tweede Kamerleden in hun mailbox een rapport van de ILT. De inspectie heeft zes branches onder de loep genomen waarop de organisatie zelf toezicht houdt, waaronder de binnenvaart.
De conclusie: veel gaat niet goed. Partijen waarmee de inspectie samenwerkt, hebben ‘soms meerdere rollen die niet altijd goed bij elkaar passen.’
‘Sommige CBI’s (keuringsinstanties, red.) voeren niet alleen inspecties uit maar treden ook op als adviseur of verzekeraar. Dat kan hun onafhankelijkheid en onpartijdigheid beïnvloeden wanneer zij onderzoek doen en certificaten afgeven’. Namen noemt de ILT in het rapport niet, maar de passage sluit aan bij de eerdere waarnemingen van ILT’ers over EOC Expertise.
Er wordt veel langs elkaar gepraat, vindt de ILT verder. ‘De verschillende uitvoerenden die moeten samenwerken, wisselen onvoldoende informatie uit. Hierdoor hebben deze partijen geen inzicht in elkaars werk en de kwaliteit daarvan’.
Donderdag 20 april
Er schuift iets, in de wereld van de bruine vloot. Schippers, keurmeesters en inspecteurs hebben inmiddels twee keer op een landelijke bijeenkomst met elkaar gepraat. Niemand wil dat er opnieuw doden of gewonden vallen.
Fatale ongevallen bruine vloot
- 21 augustus 2016: in de Harlinger haven komen drie Duitsers om wanneer op zeilschip Amicitia door houtrot een mast afbreekt.
- 20 maart 2019: in Zaandam overlijdt de medewerker van een scheepswerf als tijdens een keuring een mast door houtrot naar beneden valt.
- 27 mei 2022: een 79-jarige man overlijdt wanneer buiten de haven van Terschelling een giek van zeilschip Wilhelmina los komt.
- 31 augustus 2022: op de Waddenzee komt het 12-jarige meisje Tara om het leven als op zeilschip Risico een giek afbreekt.
In overleg met de sector publiceert de ILT nu lijsten met alle schepen die op dat moment geldige papieren hebben - zodat passagiers weten waar ze aan toe zijn. Elk keuringsbureau, ook NBKB, stuurt vanaf nu tijdig een herinnering aan schippers, voordat hun certificaat verloopt.
Het onderzoek van de RvA naar de onafhankelijkheid van de NBKB is ook afgerond. De waakhond ziet geen aanleiding om in te grijpen, het keuringsbureau kan zijn werk blijven doen.
Daarmee is de branche er nog niet, blijkt uit een voortgangsbrief die de minister Mark Harbers deze dag naar de Kamer stuurt. De binnenvaart heeft behoefte aan ‘meer toezichtsaandacht’, schrijft hij eufemistisch. En de rol- en taakverdeling van alle inspecteurs, keurders, en certificaat-verstrekkers moet beter worden ‘afgebakend’. Een actieplan is in de maak.
Bij de Pouwel Jonas liep het vorig jaar goed af. Ondanks het varen met een afgekeurde giek, ondanks fouten die er bij het toezicht werden gemaakt, raakten bemanning en passagiers niet gewond - of erger. Alle certificaten zijn sinds september vorig jaar weer in orde, de klipper kan veilig chartertochten uitvoeren.
Maar hoe vaak gaat het mis zónder dat de inspectie er lucht van krijgt? Zolang de ILT en keuringsbureaus niet beter samenwerken, zegt de inspectie zelf in de eigen onderzoeken, blijft dat voorlopig tasten in het duister.
Tips, vragen of opmerkingen: rutger.van.der.meij@lc.nl
Keurmeesters: 'Onze rollen zijn duidelijk'
NBKB-directeur Johan Schot zegt in een reactie dat het tot oktober 2022 de gangbare praktijk was om zeilschepen zonder geldig tuigagebewijs toch te laten varen ‘op de motor’, dus zonder tuigage of zeilen te gebruiken. Dit zou verklaren waarom de Pouwel Jonas toch mocht uitvaren. ‘Dat was ook de visie van de ILT, tot het ongeluk met de Risico’.
Volgens Schot is er geen maximale termijn vastgelegd hoe lang keuringsbureaus ná een keuring nog verbeteringen van de schipper mogen accepteren. Dat er bij de Pouwel Jonas zo veel tijd overheen ging, komt volgens hem door de coronaperiode. ‘Nu worden certificaten meestal al twee maanden na de keuring verleend’. Dat NBKB tot vorig jaar scheepseigenaren nooit van te voren met een mail herinnerde aan het mogelijk verlopen van hun certificaten, wijt hij aan lacunes in computersystemen. ‘Het blijft een service. Uiteindelijk is de scheepseigenaar zelf verantwoordelijk’.
Zowel NBKB als EOC zeggen dat ze geen aanleiding zien voor misverstanden over hun beide rollen en taken. Schot: ‘Wij werken niet samen met EOC. Wij tekenen een samenwerkingsovereenkomst met inspecteurs, die toevallig bij EOC in dienst kunnen zijn. Maar zij werken onder de vlag van NBKB’.
EOC-directeur Martin Visser reageert: ‘ De verzekeraar EOC heeft er in het verleden voor gekozen – mede gezien de beperkt beschikbare hoeveelheid inspecteurs in Nederland – het aan haar experts toe te staan om namens NBKB inspecties uit te voeren. Deze activiteiten vinden onder verantwoordelijkheid en aansturing van NBKB plaats’.
Volgens Schot is een NBKB-inspecteur (al dan niet uitgeleend door EOC) bevoegd om te beslissen of een schip wel of niet mag doorvaren. ‘Niet alleen de ILT mag dat’.
Scheepseigenaar: 'wilde giek al laten vervangen'
De eigenaar van de Pouwel Jonas betreurt de aandacht voor de vaartocht van vorig jaar, nu alle betrokken partijen er inmiddels hard aan werken ‘om alles goed, beter of foutloos te laten verlopen’. De coronajaren hebben de bruine vloot al genoeg geschaad, benadrukt hij.
De coronaperiode was, volgens hem, tegelijk ook de reden dat het erbij inschoot om de foto’s met de uitgevoerde verbeterpunten, ‘kleine gebreken’ in zijn woorden, tijdig naar het keuringsbureau op te sturen. Was dat wel gebeurd, dan was het certificaat gewoon verlengd. Dat het niet op tijd versturen van foto’s leidt tot een volledige herkeuring, noemt hij ‘discutabel’. Het spijt hem dat hij niet tijdig de keuringsdata van de gasinstallatie blusmiddelen heeft gecheckt, maar hij geeft aan dat het uiteindelijk ook binnen een dag geregeld was.
Over de afgekeurde giek: in 2021 stelde de scheepseigenaar naar eigen zeggen zelf aan de keurmeester voor om de houten giek te laten vervangen door een stalen exemplaar, maar ‘deze verklaarde mij voor gek de giek voortijdig af te danken’.
ILT: stilleggen leek niet nodig
Op de vraag van deze krant aan de ILT waarom de Pouwel Jonas op 10 september niet meteen een vaarverbod kreeg vanwege een ongeldig tuigagebewijs, herhaalt de Inspectie dat stilleggen van het schip toen ‘niet proportioneel’ was. De ILT geeft geen antwoord op de vraag of schepen zonder tuigagebewijs vóór oktober 2022 mochten doorvaren zonder tuigage of zeilen te gebruiken, zoals NBKB-directeur Johan Schot verklaart.
Dat er maanden - of soms een jaar - kunnen zitten tussen inspectie en de uitgifte van het uiteindelijke certificaat is niet verboden. Tussen het moment van keuring en de uitgifte zit geen maximumtermijn, bevestigt de Inspectie. ‘Wettelijk is niets vastgelegd’.
De ILT geeft geen duidelijk antwoord op de vraag of EOC nu wel of niet namens NBKB keuringen mag uitvoeren. Ook volgt geen antwoord op de vraag wie de Pouwel Jonas toestemming gaf om na het afkeuren van de giek, op 12 september, de haven alsnog ‘op de motor’ te verlaten.