Ik pak twee keer een koek en meteen is er schaamte | column Herman Sandman

Herman Sandman

Herman Sandman Foto: Marcel Jurian de Jong

Ze liggen ervoor, ja. En het moet op. Maar dan nog voelt het ongemakkelijk om twee keer een koek te pakken. Ik wil het niet, ik word er dik van en toch doe ik het.

We hebben een vergadering. De halfjaarlijkse plenaire. Het wel en wee van ons bedrijf, meer precies de redactie, komt ter sprake, kort samengevat als ‘waarheen, waarvoor’. Ik zeg zo weinig mogelijk en luister naar collega’s die veel beter dan ik onder woorden kunnen brengen wat zij waarvan vinden en soms is dat net cabaret.

De plenaire is doorgaans buitenshuis en de laatste jaren op een mooie locatie net buiten de stad. Een bovenzaal in een restaurant, tussen het groen aan de oevers van een groot meer.

Er staat koffie voor ons klaar. En koeken. Ik hoef geen koffie, wel een koek en neem plaats aan de zijkant van een rij, bij een raam, met uitzicht op het water. De zon schijnt en het waait.

De voorzitter vraagt of iedereen zich heeft ingeschreven. Dat heb ik niet, dus ik hang mijn jasje over de leuning van de stoel en loop weer naar de ingang van de zaal. Er zijn meer die het vergeten zijn en ik wacht tot ik aan de beurt ben om mijn naam in een vakje en mijn handtekening in het vakje erachter te zetten.

Als ik terugloop naar mijn stoel passeer ik de tafel met koffie en koeken weer en pak nog een. Eenzelfde. Want ze zijn lekker.

Terwijl ik dat doe word ik meteen overvallen door schaamte over mijn hebberigheid, mijn mateloosheid en hoop maar dat niemand het ziet. Ik wil het niet, het is te veel vet, te veel koolhydraten en te veel suiker en toch doe ik het. Raar.

Ik weet zelfs niet eens wat voor koek het is. Een ronde met chocolade of rozijnen.