Wij trekken aan de bel omdat het schering en inslag is dat zoons zonder boe of bah de deur uitgaan | column Herman Sandman

Herman Sandman Foto: Marcel Jurian de Jong
Hij roept ‘yo’ in de gang, bij wijze van gedag en ik loop uit de badkamer achter hem aan naar de voordeur om te zien hoe jongste zoon naar buiten loopt en zijn scooter pakt om naar school te rijden. Toch altijd een momentje.
De melding van zijn vertrek was een stap vooruit. Wij trokken een paar keer aan de bel omdat het steeds meer schering en inslag werd dat de mannen zonder boe of bah de deur uitgingen.
Toegegeven, sinds ze in bezit zijn van auto- en scooterrijbewijs en er bijbehorend rollend materieel voorhanden is, kunnen ze gaan en staan waar ze willen, maar wij zijn grootgebracht met het idee dat iemand het even meldt als hij of zij weg gaat.
We zaten wel eens op zondagmiddag in de tuin en er plotseling een kind vanaf de oprit de weg opreed, naar werk of iets anders en mijn vrouw en ik elkaar aankeken zo van: okeee...
Of dat ik aan haar vroeg of de oudste al naar de training was en zij meende van niet, toch even in de slaapkamer ging kijken en weer de woonkamer in kwam met een: ,,Ja, hij is toch weg.’’
Ik sta voor de jongste die met zijn helm op in de deur staat en ik vraag zoals altijd: ,,Doe je een beetje voorzichtig?’’
,,Nee.’’
Waarop ik informeer of hij nog getankt heeft. Als het antwoord een zuchtend ‘natuurlijk’ is, voer ik op dat mijn vraag zo gek niet is.
,,Je was het laatst een keer vergeten en toen heb ik snel voor jou de tank gevuld uit de jerrycan voor de grasmaaier.’’
,,Jullie zijn echt niet te geloven’’, roept hij uit, ,,ik kan ook niet één fout maken.’’
,,Klopt’’, reageer ik, ,,zo zijn wij, ouders.’’