Intensief stikstofonderzoek in en rond het Liefstinghsbroek

Johan Hamster krijgt symbolisch het laatste meetkastje overhandigd. Foto: Provincie Groningen

Johan Hamster krijgt symbolisch het laatste meetkastje overhandigd. Foto: Provincie Groningen

Zes onderzoekspartijen meten twee jaar lang de hoeveelheid stikstofdioxide en ammoniak in en rond het Natura2000-gebied het Liefstinghsbroek.

Door intensiever te meten, moet de meetpilot ‘Maatwerk met Meetwerk’ nog preciezer duidelijk maken waar de stikstof vandaan komt en waar het neerdaalt. Vrijdag werd symbolisch het laatste meetkastje overhandigd aan gedeputeerde Johan Hamster bij theehuis MoeNieks in Vlagtwedde. Hierbij waren de adviescommissie, de deelnemende partijen, direct betrokken omwonenden en ondernemers aanwezig.

Verschillende meetmethodes

Verdeeld over het gebied staan ruim twintig meetopstellingen met verschillende meetmethodes. Daarbij wordt gemeten hoeveel stoffen aanwezig zijn, hoe groot de concentraties in de lucht zijn en wat het effect is op het gebied. Dit gebeurt integraal en met de nieuwste technieken. Zo ontstaat een beter beeld van de stikstofsituatie in en rond het Liefstinghsbroek. Dit inzicht draagt bij aan het nemen van de juiste maatregelen. ‘Maatwerk met Meetwerk’ loopt tot en met oktober 2024.

Advies

De resultaten worden verwerkt in het advies van Adviescommissie het Liefstinghsbroek. De commissie werkt in opdracht van de provincie Groningen aan een voorstel om de natuurkwaliteit van het Natura 2000-gebied te versterken en tegelijkertijd perspectief te bieden aan de landbouw. De betrokken onderzoekpartijen zijn: OnePlanet Research Center, Zicht op Stikstof, TNO (Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek), UvA (Universiteit van Amsterdam), WUR (Wageningen University & Research)/ WLR en RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). De meetpilot wordt betaald door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de provincie Groningen.

De redactie van Dagblad van het Noorden is niet verantwoordelijk voor de inhoud van dit artikel.