Harm en Hennie van der Veen uit Gieten zijn 60 jaar getrouwd. ‘We hadden bijna de verkeerde akte getekend’

Harm en Hennie van der Veen uit Gieten zijn 60 jaar getrouwd.

Harm en Hennie van der Veen uit Gieten zijn 60 jaar getrouwd. Foto: Paul Abrahams

Burgemeester Anno Wietze Hiemstra van de gemeente Aa en Hunze heeft woensdagmiddag 24 mei een bezoek gebracht aan Harm en Hennie van der Veen. Het echtpaar uit Gieten was 60 jaar getrouwd. Hiemstra had als cadeau een kopie van de trouwakte meegenomen.
Lees meer over
Kanaalstreek
Aa en Hunze

Harm en Hennie zijn allebei in Gieten geboren, respectievelijk op 10 februari 1934 en op 7 november 1931. „We kennen elkaar van jongs af aan, want we woonden schuin tegenover elkaar in dezelfde straat”, vertelt Harm. „We zagen elkaar elke dag wel.”

In 1954 tijdens een muziekavond in de feesttent op het voormalige voetbalveld in Gieten slaat de vonk over tussen Harm en Hennie. Na negen jaar verkering wordt op 24 mei 1963 het jawoord gegeven in het gemeentehuis in Gieten. „We hadden bijna de verkeerde akte getekend”, weet Hennie zich nog te herinneren. „Er waren twee huwelijken achter elkaar, maar het is gelukkig allemaal goed afgelopen.”

Gemengd bedrijf

De geliefden wonen een jaar onder één dak bij de ouders van de bruid en verhuizen dan naar de boerderij aan de overkant waar Harm is geboren en getogen. Hij zet als vierde generatie het gemengd bedrijf voort. Daarnaast worden rijpaarden gefokt.

Harm en Hennie hebben één zoon.

TT in Assen

Het echtpaar heeft veel toertochten op de Honda en de Kawasaki gemaakt en ze hebben jarenlang onafgebroken de TT in Assen bezocht. „We hadden altijd een vaste plek op de hoofdtribune.”

Johan Cruijff

Harm was ook een fervent supporter van GVAV. „Ik kon van de spanning soms niet slapen”, verklapt hij. „Als Ajax kwam voetballen, stonden we uren in de rij voor een kaartje. In 1964 heb ik Johan Cruijff als invaller zien debuteren in het Oosterparkstadion. Dat vergeet ik nooit meer. Het was zo druk dat supporters zelfs voor de reclameborden zaten. Maar niemand haalde het toen in z’n hoofd om het veld te betreden.”